Van het VWO naar Assistent-Accountant: Het verhaal van Wessel

duda-wsm • 12 mei 2025

De keuze voor een carrière pad is voor veel jongeren een grote uitdaging, en dat gold ook voor de 19-jarige Wessel Flinterman. Hij komt uit Poeldijk en na het behalen van zijn vwo-diploma besloot hij zijn weg te vinden in de accountancy. In dit artikel vertellen we hoe Wessel op jonge leeftijd zijn plek in de accountancysector heeft gevonden en hoe hij zich ontwikkelde tot de assistent-accountant die hij nu is, binnen een kantoor dat perfect bij hem past.

Een natuurlijk affiniteit met cijfers

Van jongs af aan had Wessel een sterke interesse in cijfers en wiskunde. Hij blonk uit in vakken zoals bedrijfseconomie en wiskunde, en haalde daar vaak hoge cijfers. Deze interesses leidden hem al snel naar de financiële sector. "Cijfers waren altijd al iets wat ik goed begreep, waardoor de accountancy voor mij een logische keuze was," vertelt Wessel.

De juiste match

Soms leiden toevallige ontmoetingen tot nieuwe kansen. Via Jos kwam Wessel in contact met WEA Naaldwijk. De manier waarop Jos hem benaderde sprak Wessel direct aan: laagdrempelig, enthousiast en persoonlijk. Al snel volgde een kennismaking, en de keuze was snel gemaakt. De sfeer, het kantoor en de mensen voelden meteen goed. "Het is hier gewoon gezellig, en dat is niet alleen een praatje voor de buitenwereld – het is echt zo," vertelt Wessel.


Balans tussen studeren en werken

Naast zijn werk volgt Wessel een deeltijdstudie om zijn diploma te behalen. Hij koos bewust voor de combinatie van werken en leren, omdat hij geen voorkeur had voor fulltime studeren. "Ik heb één dag per week school, de overige dagen werk ik bij WEA Naaldwijk voor onze klanten," vertelt hij. Door zijn sterke basis in wiskunde en economie begrijpt hij de lesstof snel. "Voor mij is school vooral een manier om mijn diploma te behalen en de kennis die ik nog miste aan te vullen." De balans tussen werken en leren bevalt hem goed, waardoor hij zich efficiënt kan voorbereiden op examens en de benodigde certificaten kan behalen.


De toekomst: verder studeren voor de titel

Wessel is vastberaden om na zijn hbo-opleiding verder te studeren. "De bachelor Accountancy duurt vier jaar, en daarna wil ik nog tweeënhalf tot drie jaar doorstuderen om mijn titel te behalen." Binnen zijn huidige opleiding krijgt hij begeleiding van collega’s die hem ondersteunen in zijn leerproces. “Ik werk veel samen met Remco en Rick, die mij daarnaast begeleiden tijdens mijn studie. Beiden hebben veel kennis, wat voor mij van grote waarde is."



Een snelle groei binnen het werkveld

Binnen korte tijd heeft Wessel veel verantwoordelijkheid gekregen op zijn werk. Waar hij begon met eenvoudige administratieve taken zoals het inboeken van facturen en het voorbereiden van btw-aangiftes, kreeg hij al snel grotere opdrachten. "Na een maand begon ik met het opstellen van inkomenstenbelastingaangiftes. Nu werk ik al aan jaarrekeningen voor een groep van meerdere bv's."


Dit snelle groeipad past bij zijn ambities. "Ik wil zo snel mogelijk doorgroeien. Gelukkkig ziet Jos dat ook en krijg ik de kans om mezelf te bewijzen. Daardoor blijft mijn werk uitdagend en interessant."



De dynamiek van klantencontact

Een belangrijk aspect van het werk als assistent-accountant is het contact met klanten. Terwijl sommige accountants vooral genieten van het analytische werk, halen andere energie uit klantbesprekingen. Wessel waardeert beide kanten van het vak. "Het mooie is dat je direct ziet wat je werk voor de klant oplevert. Sommige accountants duiken volledig in een vraagstuk, terwijl anderen juist het klantcontact geweldig vinden. Voor mij is de combinatie van beide het leukste."


Dit brengt soms ook uitdagingen met zich mee, zoals het corrigeren van administraties die al jaren niet kloppen. "Dat kan frustrerend zijn, maar zodra alles weer op orde is, geeft dat echt voldoening. Het moet gewoon kloppen," lacht hij.



De bedrijfscultuur van WEA Naaldwijk

Daarnaast hecht hij veel waarde aan de bedrijfscultuur binnen WEA Naaldwijk. "Bij sommige kantoren ben je echt een nummer en moet je je stap voor stap omhoog werken. Hier is dat anders. Er is natuurlijk een hiërarchie, maar in de praktijk voel je dat niet. Elke deur staat open, en je kunt altijd bij iemand binnenstappen." Ook de sfeer op kantoor draagt bij aan zijn werkplezier. "Het is gezellig, maar ook professioneel wanneer dat nodig is. We doen leuke dingen samen, zoals personeelsuitjes en binnenkort ook een reis naar Marrakesh. Dat zie je niet overal."



Ambities voor de toekomst

Wessel heeft duidelijk doelen voor zijn carrière. "Eerst mijn hbo-diploma halen, daarna een master en misschien uiteindelijk doorgroeien tot vennoot, maar dat is nu nog niet aan de orde." Voorlopig zit Wessel goed bij WEA Naaldwijk en kijk hij uit naar zijn verdere ontwikkeling daar. "Ik voel me hier op mijn plek en zie mezelf de komende jaren binnen het bedrijf groeien."


Naast zijn werk heeft Wessel een grote passie voor sport. Hij beoefent CrossFit op een hoog niveau en neemt zelfs deel aan wedstrijden. "Ik sport zes tot zeven keer per week. Dat moet natuurlijk wel in balans blijven met mijn werk."


Zijn toekomstplannen zijn ambitieus, maar hij houdt het overzichtelijk. "Eerst de kleine doelen halen en daarna verder kijken. Dat is het belangrijkste!"


Benieuwd naar meer?

Kom ons team versterken. Bekijk onze vacatures en ontdek wat WEA Naaldwijk voor jou kan betekenen: https://werkenbij.wea.nl/vacatures/


21 november 2025
1. Maximale inhouding huisvesting op minimumloon blijft 25% Werkgevers mogen in 2025 voor de kosten van huisvesting van een werknemer maximaal 25% van het wettelijk minimumloon inhouden op dit minimumloon. Het plan was om dit percentage vanaf 2026 met 5% per jaar af te bouwen. Vanaf 2030 zou het dan verboden zijn om de kosten van huisvesting in te houden op het wettelijk minimumloon. Dit plan gaat vooralsnog niet door. Het is uiteraard niet uitgesloten dat een nieuw kabinet er alsnog voor kiest om de regeling af te bouwen. Dat zal dan in ieder geval niet per 1 januari 2026 zijn. 2. Moet u op pensioenadvies aan personeel loonheffing inhouden? Als een werknemer een door u als werkgever betaald pensioenadvies krijgt, is hierover dan wel of geen loonheffing verschuldigd? Vanaf de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioen (Wtp) zijn pensioenuitvoerders verplicht om werknemers te begeleiden bij het maken van een keuze binnen de pensioenregeling. Als het pensioenadvies zich beperkt tot keuzebegeleiding, is dit verplichte advies onbelast voor de loonheffingen. Als meer persoonlijke achtergrondinformatie bij het pensioenadvies wordt betrokken, is het pensioenadvies niet meer beperkt tot keuzebegeleiding. Er is dan sprake van persoonlijk pensioenadvies. De Belastingdienst heeft aangegeven dat de kosten van een persoonlijk pensioenadvies belast loon vormen voor de werknemer. De Wtp verplicht overigens niet tot een dergelijk uitgebreid advies. Tip: u kunt er als werkgever voor kiezen om het persoonlijk pensioenadvies aan te wijzen voor de werkkostenregeling. In dat geval wordt bij de werknemer geen loonheffing geheven als u nog vrije ruimte heeft. 3. Onbelaste vergoeding internetabonnement mogelijk Van een werknemer die ook thuiswerkt, kunt u de kosten van zijn volledige internetabonnement onbelast vergoeden. Voorwaarde is dat de werknemer het internet nodig heeft en ook gebruikt voor zijn werk. U hoeft geen rekening te houden met een eventueel privégebruik van uw werknemer. Overigens bent u niet verplicht om het volledige abonnement te vergoeden. U kunt ook een deel vergoeden. Let wel op bij abonnementen die ook tv en vaste telefoon bevatten. Alleen het internetdeel kunt u namelijk onder de gerichte vrijstelling onbelast vergoeden. 4. Aanvragen subsidie praktijkleren derde leerweg tot 28 november 2025 Erkende leerbedrijven kunnen vanaf 3 november 2025 9.00 tot vrijdag 28 november 2025 17.00 uur weer de subsidie praktijkleren aanvragen voor een praktijkplaats van een mbo-student in de derde leerweg (overig onderwijs (ovo) of overige opleidingen in deeltijd (odt)). De student moet ingeschreven staan in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD) van DUO. Daarnaast gelden nog meer voorwaarden . Per praktijkplaats kan maximaal € 2.700 subsidie gekregen worden. Het beschikbare budget bedraagt in 2025 € 2.800.000. Bij overschrijding van het budget wordt de hoogte van de subsidie naar rato verlaagd. Aanvragen van de subsidie kan via RVO.nl . Het erkende leerbedrijf moet de subsidie wel aanvragen binnen een jaar na afloop van de praktijkleerplaats. 5. Aanvraag subsidie groepshulp kinderopvang tot 28 november 2025 Van 3 november 2025 9.00 uur tot en met 28 november 2025 17.00 kunt u via RVO.nl weer subsidie aanvragen voor groepshulpen (groepsondersteuners) in uw kinderopvang. De subsidie bedraagt maximaal € 10.056 per jaar per groepshulp. U kunt de subsidie voor maximaal tien groepshulpen aanvragen. Er gelden wel voorwaarden . Het beschikbare budget bedraagt in 2025 € 1.735.000. Bij overschrijding van het budget wordt de hoogte van de subsidie per groepshulp naar rato verlaagd. 6. Verbetering koopkracht deeltijd-minimumloners Deeltijdwerkers die op jaarbasis minder verdienen dan het minimumloon en een loonsverhoging hebben die lager is dan de algemene loonontwikkeling, hebben in 2025 te maken met negatieve inkomensgevolgen. Deze gevolgen worden, op verzoek van de Tweede Kamer, vanaf 2026 gecompenseerd. Zo krijgen de lage inkomens in 2026 meer recht op arbeidskorting, waardoor vooral deeltijdwerkers met een uurloon op of rond het minimumloon er iets op vooruitgaan. Ter budgettaire dekking gaan de verhogingen van de arbeidskorting van € 25 en € 27 niet door, wordt het tarief in de eerste schijf van de IB in 2026 0,05% minder verlaagd (en in de komende jaren in geleidelijke stapjes nog minder verlaagd (tot 0,09% minder in 2035)) en wordt het tarief van 49,5% in de IB verschuldigd vanaf een lager inkomen dan eerder in het Belastingplan 2026 was opgenomen.
21 november 2025
Het wettelijk minimumuurloon wordt per 1 januari 2026 verhoogd. Wat zijn de nieuwe geïndexeerde uurtarieven? Vanaf 21 jaar Door een indexatie van 2,15% zal het wettelijk minimumuurloon voor een werknemer vanaf 21 jaar vanaf 1 januari 2026 € 14,71 per uur bedragen. Nu bedraagt het wettelijk minimumuurloon voor een werknemer van 21 jaar en ouder nog € 14,40 per uur. Let op! De berekening van het indexatiepercentage is gebaseerd op het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, in de gepremieerde en gesubsidieerde sector en bij de overheid. Wettelijk minimumuurloon 15 tot en met 20 jaar Door de stijging van het wettelijk minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder, stijgt het wettelijk minimumuurloon voor jongere werknemers per 1 januari 2026 als volgt: Leeftijd Percentage Minimumuurloon 21 jaar en ouder 100,0% € 14,71 20 jaar 80,0% € 11,77 19 jaar 60,0% € 8,83 18 jaar 50,0% € 7,36 17 jaar 39,5% € 5,81 16 jaar 34,5% € 5,07 15 jaar 30,0% € 4,41 Let op: In de Voorjaarsnota 2025 was door het huidige kabinet afgesproken om het minimumjeugdloon voor jongeren van 16 tot en met 20 jaar vanaf 2027 geleidelijk te verhogen. Het is nog niet bekend of het nieuwe kabinet deze plannen overneemt. Wettelijk minimumuurloon bbl Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) geldt voor werknemers in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar een ander percentage. Het wettelijk minimumuurloon voor deze werknemers is per 1 januari 2026 als volgt: Leeftijd Percentage Minimumuurloon 21 jaar en ouder 100,0% € 14,71 20 jaar 61,5% € 9,05 19 jaar 52,5% € 7,72 18 jaar 45,5% € 6,69 17 jaar 39,5% € 5,81 16 jaar 34,5% € 5,07 15 jaar 30,0% € 4,41 Let op: In juli 2025 maakte de minister van OC&W bekend dat hij de lagere percentages voor werknemers in de bbl met ingang van 1 januari 2027 wil afschaffen. Dit is nu een plan, dat verder nog niet concreet is.
21 november 2025
De belastingrente voor de inkomstenbelasting (IB) bedraagt in 2026 hoogstwaarschijnlijk 5%. Voor de vennootschapsbelasting (Vpb) zal dit waarschijnlijk 7,5% zijn. Beide percentages zijn 1,5% lager dan in 2025. Hoe wordt de nieuwe belastingrente vastgesteld? De belastingrente wordt één keer per jaar opnieuw vastgesteld. De nieuwe rente gaat dan per 1 januari gelden. In een besluit is vastgelegd hoe dit moet gebeuren. Daarbij geldt als basis de vóór 1 november van het voorafgaande jaar laatste gepubliceerde ECB-rente voor basisfinancieringstransacties. Voor de belastingrente voor het jaar 2026 gaat het hierbij om de op 11 juni 2025 gepubliceerde ECB-rente voor basisfinancieringstransacties. Die bedraagt 2,15%. Voor 1 november 2025 vond geen andere publicatie meer plaats. Let op: In het besluit is ook opgenomen dat de belastingrente altijd wordt vastgesteld op een afronding van halve procenten. Leidt de berekening tot een andere belastingrente, dan vindt dus afronding plaats. Verder wordt het belastingrentepercentage ten opzichte van het bestaande belastingrentepercentage maximaal 2% hoger of lager. Belastingrente IB 2026 Voor de IB wordt de hiervoor genoemde ECB-rente volgens het besluit verhoogd met 3%. Daarbij is ook opgenomen dat de minimale belastingrente altijd 4,5% is. Met deze rekenregels bedraagt de belastingrente voor de IB in 2026 5% (2,15% + 3% = 5,15%, afgerond op halve procenten is dat dus 5%). In 2025 bedraagt de belastingrente voor de IB nog 6,5%. Let op: Dit percentage geldt ook voor de meeste andere belastingen, onder meer de loonbelasting, omzetbelasting, dividendbelasting, erfbelasting et cetera. Belastingrente Vpb 2026 Voor de Vpb wordt de hiervoor genoemde ECB-rente volgens het besluit verhoogd met 5,5%. Daarbij is ook opgenomen dat de minimale belastingrente altijd 5,5% is. Met deze rekenregels bedraagt de belastingrente voor de Vpb in 2026 7,5% (2,15% + 5,5% = 7,65%, afgerond op halve procenten is dat dus 7,5%). In 2025 bedraagt de belastingrente voor de Vpb nog 9%. Let op: Dit percentage geldt ook voor de bronbelasting en de minimumbelasting. Nog geen officiële bekendmaking Het belastingrentepercentage voor 2026 is nog niet door de Belastingdienst bekendgemaakt. Gebaseerd op het besluit komen de percentages uit op 5 en 7,5%, maar daarvan is dus nog geen officiële bevestiging. Bezwaar belastingrente Over de hoogte van de belastingrente loopt een procedure bij de Hoge Raad. Bezwaren tegen de belastingrente zijn aangewezen als zogenaamde massaalbezwaarprocedure. Dit betekent dat degenen die bezwaar maken tegen de belastingrente pas een uitspraak van de Belastingdienst krijgen als de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan. Let op: Wilt u aansluiten bij deze massaalbezwaarprocedure, dan moet u op tijd een bezwaar indienen tegen de belastingrente. Neem voor meer informatie hierover contact op met onze adviseurs.