Soorten arbeidscontracten:

29 maart 2024

Het arbeidscontract dat je aangaat met je werknemer legt jullie rechten en plichten vast. Een van onze KVK-ondernemeradviseurs vertelt hoe je het juiste arbeidscontract kiest en hoe je het arbeidscontract na enige tijd evalueert.

Stap 1: inhuren of in dienst nemen?

De eerste stap is kiezen of je iemand in dienst neemt of gaat inhuren. Bedenk waarom je iemand wilt aannemen. Doe een stap terug en kijk naar je bedrijf, je toekomstvisie, markt en concurrentie. Wil je bijvoorbeeld meer omzet of kennis binnenhalen? Of wil je groeien en een extra webshop naast je winkel openen? Zet de aanleiding voor personeel aannemen af tegen de markt en je concurrenten, zodat je ziet waar kansen en bedreigingen liggen. Maar raak niet verstrikt in details.

Inhuren

Heb je behoefte aan extra handen, maar wil of kun je zelf geen vast personeel in dienst nemen? Dan kan het in de arm nemen van een uitzend-, detacheringsbureau of zzp'er uitkomst bieden. Risico’s als ziekteverzuim zijn dan voor de externe partij.

Denk wel na over het volgende: huur je een werknemer via een externe partij in, dan betaal je gemiddeld twee keer het afgesproken brutoloon. De werkgeverslasten, zoals vakantiegeld, belasting en de zorgverzekeringswet, zijn in deze uurprijs inbegrepen.

In dienst

Het in dienst nemen van personeel helpt je bedrijf te groeien. Vaste werknemers zijn bekender met het werk en de klanten, en op de lange termijn behoud je hierdoor kwaliteit en kennis.

Als je vast personeel wilt aannemen, moet je wel over onderstaande zaken nadenken:

  • Kun je de loonkosten betalen? Onder deze loonkosten vallen salaris, vakantiegeld en sociale lasten voor de zorgverzekeringswet. Daarnaast heb je aanvullend secundaire of tertiaire arbeidsvoorwaarden, zoals een dertiende maand, bonus of leaseauto. Deze kosten zijn voor jouw rekening. Bereken de loonkosten, bijvoorbeeld via een online tool.
  • Kun je het extra werk, zoals werving en selectie, administratie, organisatie en leidinggeven, aan? Als je iemand zelf in dienst neemt, heb je tijd voor deze taken nodig.
  • Kun je de risico’s dragen? Wanneer je zelf personeel in dienst neemt, zijn alle risico’s voor jouw rekening. Daaronder valt bijvoorbeeld ziekteverzuim. Je kunt deze risico’s dekken met een ziekteverzuimverzekering. Bereken via online tools van verzekeraars wat een ziekteverzuimverzekering voor jouw situatie kost.

Wil en kun je zelf medewerkers aannemen? Lees hieronder verder bij stap 2.


Stap 2: tijdelijk of langdurig werk?

Bepaal of je het personeel voor een tijdelijke of langdurige periode nodig hebt.

Langdurig werk

Hoe langer iemand voor je werkt, hoe beter hij het bedrijf en de werkzaamheden kent. Verwacht je dat de werkzaamheden die de werknemer gaat verrichten de aankomende jaren blijven bestaan? Een vast contract voor onbepaalde tijd zou dan kunnen passen. Hierbij ga je een langdurige werkrelatie aan en kun je tijdens de proeftijd testen of iemand in je bedrijf past en de functie goed uitvoert.

Een langdurig contract past bij meerdere situaties, bijvoorbeeld:

  • Je vervangt een vertrekkende werknemer met een lang dienstverband.
  • Je zoekt een werknemer die de aankomende jaren een nieuwe functie gaat vervullen.
  • Je verwacht in de toekomst veel werk.

Tijdens de lockdown sprak onze adviseur regelmatig horecaondernemers die al voorsorteerden op de arbeidsmarkt na de lockdown. “De horeca had tijdens de lockdowns te maken met personeelsoverschot. Restaurants kochten toen goede koks op van andere restaurants, zodat ze zich bij heropening van de horeca konden onderscheiden met een hoge kwaliteit van eten. Kijk dus niet alleen naar dit moment, maar ook naar de toekomst.”

Tijdelijk werk

Soms is een tijdelijk personeelslid de beste oplossing, bijvoorbeeld in de volgende situaties:

  • Je hebt te maken met seizoenspieken en je zoekt personeel voor een bepaalde periode. Dan volstaat een tijdelijk contract van bijvoorbeeld zes maanden.
  • Je wilt iemand inhuren voor een specifieke opdracht, zoals de bouw van een huis. De tijdsduur van de opdracht is dan bepalend.
  • Je kunt expertise ook tijdelijk inhuren om zo kennis op te doen over een bepaald onderwerp.

Kies je voor een tijdelijk personeelslid? Lees dan hieronder verder bij stap 3.


Stap 3: oproepuren of vaste werktijden?

Je bent al een heel eind op weg om te bepalen welk arbeidscontract het beste bij je past. De laatste stap is gericht op het aantal werkuren. Nu je weet of je iemand inhuurt of in dienst neemt, en voor welke werkperiode, kijk je naar het daadwerkelijke aantal werkuren dat je kunt aanbieden.

Oproepkracht

Zoek je iemand die flexibel inzetbaar is? Kies dan voor een oproepkracht. Dit is bijvoorbeeld een goede keuze in de onderstaande situaties:

  • Als je iedere week wel wat werk hebt, maar niet fulltime.
  • Als je niet altijd werk hebt, maar wel vooraf kunt bepalen wanneer je extra handen nodig hebt.

Vaste werktijden

Wil je dat klanten je personeel herkennen en je bedrijf daardoor meer gaan vertrouwen? In verschillende situaties werkt een fulltime contract het best:

  • Als je iedere week voldoende werk hebt. 
  • Als je iemand met een expertise zoekt om zo je bedrijf qua kennis te laten groeien. Extra kennis zorgt bijvoorbeeld vaak voor meer efficiency of een hogere kwaliteit, wat weer tot meer omzet kan leiden.

Kies voor een tijdelijk contract, eventueel met kans op een vast contract.


Evalueer en actualiseer

Welk contract je ook kiest, evalueer deze na enige tijd. Zet het contract eventueel om. Zet het tijdelijke contract van een goed presterende werknemer om in een vast contract. Of verander een oproepcontract in een tijdelijk contract als de werkdruk stabiliseert.

Een paar tips:

  • Evalueer voordat een arbeidscontract afloopt of in de aanloop naar functioneringsgesprekken of het soort contract nog passend is.
  • Controleer of wat in het contract staat ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Werkt je personeel het aantal uren uit het contract, bijvoorbeeld? Juridisch gezien weegt het werk dat je personeel werkelijk doet zwaarder dan wat er in het contract staat.
  • Check het gehele personeelsbestand. Zorg voor een volledig personeelsdossier inclusief contractsoort en -datum, zodat je als dat nodig is weet of en waar je kunt op- en afschalen. Is er samenhang tussen de functies, mis je bepaalde expertise of gaan er werknemers weg? Speel hier dan op in bij de keuze voor een arbeidscontract.

 

25 februari 2025
1. Voorlopige forfaits banktegoeden en schulden box 3 2025 bekend Bij het berekenen van uw box 3 de voorlopige aanslag IB 2025 rekent de Belastingdienst met een voorlopig vastgesteld forfaitair rendement van 1,44% voor banktegoeden en 2,62% voor schulden. Het definitieve forfaitaire rendement voor banktegoeden en schulden wordt pas begin 2026 bekendgemaakt. Voor alle overige bezittingen in box 3 is het forfaitaire rendement voor 2025 wel al definitief vastgesteld. Dit bedraagt in 2025 5,88%. Door verschillende uitspraken van de Hoge Raad in 2024 moet de Belastingdienst uw box 3-heffing vaststellen op basis van uw werkelijke rendement als dit lager is dan de box 3-heffing berekend op grond van de forfaitaire rendementspercentages. Bij het berekenen van de voorlopige aanslag houdt de Belastingdienst echter geen rekening met uw werkelijke rendement in 2025. Het werkelijke rendement kan namelijk pas na afloop van 2025 berekend worden. 2. Online aanvragen Verklaring betalingsgedrag Een inlener of doorlener aan wie u personeel uitleent of de aannemer door wie u als onderaannemer wordt ingeschakeld, kan u vragen om een Verklaring betalingsgedrag te overleggen. Met zo’n verklaring kunt u aantonen dat u aan uw aangifte- en betalingsverplichtingen voor de loonheffingen en/of btw voldoet. Dit is voor de inlener, doorlener of aannemer van belang, omdat deze aansprakelijk gesteld kan worden als u niet aan deze verplichtingen voldoet. Het aanvragen van een verklaring betalingsgedrag kan nu ook online met DigiD. De Belastingdienst streeft ernaar om binnen één week op uw onlineaanvraag te beslissen. In de loop van 2025 wordt ook het online aanvragen met eHerkenning mogelijk. 3. Vóór 1 maart 2025 aangifte schenkbelasting van schenking 2024 Ontving u in 2024 een of meer schenkingen van uw ouder(s) met een totale waarde hoger dan € 6.633, dan moet u een aangifte schenkbelasting indienen. Datzelfde geldt als u in 2024 een of meer schenkingen van dezelfde schenker (niet uw ouders) ontving met een totale waarde hoger dan € 2.658. Ook als u in 2024 een beroep kon doen op de eenmalig verhoogde vrijstelling voor een schenking van een ouder aan een kind (in 2024 € 31.813 voor vrije besteding en € 66.268 voor besteding aan een dure studie), moet u een aangifte schenkbelasting indienen. De aangifte schenkbelasting 2024 moet vóór 1 maart 2025 door de Belastingdienst ontvangen zijn. U doet de aangifte digitaal op mijn.belastingdienst.nl (hiervoor heeft u DigiD nodig) of op papier . 4. Binnenkort afrekening WKR 2024 De vrije ruimte in de WKR bedroeg in 2024 1,92% van uw totale loonsom tot en met € 400.000 en 1,18% daarboven. Wees u in 2024 totaal meer vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan dan uw vrije ruimte, dan betaalt u over dit meerdere 80% eindheffing. Deze eindheffing geeft u uiterlijk aan in uw tweede aangifte loonheffingen van 2025. Als u per maand aangifte doet, is de deadline hiervoor 31 maart 2025. Doet u per 4 weken aangifte, dan is de deadline 23 maart 2025. Heeft u uw WKR over 2024 al op orde? Houd er rekening mee dat niet alle WKR-kosten uit de salarisadministratie volgen. Een deel van deze kosten moet u waarschijnlijk halen uit uw financiële administratie. Beoordeel nu al de hoogte van de aangewezen kosten in de vrije ruimte in 2024, zodat de afrekening in de tweede aangifte loonheffingen 2025 straks soepel kan verlopen. Heeft u daarbij hulp nodig, dan helpen wij u uiteraard graag. 5. Loonheffing bij feest op de zaak of elders? Een feest voor uw werknemers kan loon zijn waarover uw personeel dan loonbelasting betaalt. Een en ander hangt af van de plek van het feest en welke keuzes u maakt. Een feest op de zaak vormt bijvoorbeeld geen loon voor uw personeel. Alleen voor een maaltijd op het feest moet u in 2025 € 3,95 per maaltijd tot het loon van de werknemer rekenen. Komt de werknemer met zijn partner, dan telt u 2 x € 3,95 tot het loon van de werknemer. Een feest elders is wel loon voor uw personeel. Het loon bestaat dan uit alle werkelijke kosten van het feest, ook de kosten van een ingehuurde band en de werkelijke kosten van de maaltijd (die u dan niet kunt ‘afkopen’ voor € 3,95 per maaltijd). U kunt echter ook zelf de loonheffing voor uw rekening nemen. De maaltijd (bij het feest op de zaak) en de werkelijke kosten (bij het feest elders) wijst u dan aan in de vrije ruimte van de WKR. Alleen bij overschrijding van de vrije ruimte in een jaar, betaalt u dan 80% eindheffing over deze overschrijding. 6. Ook bij outdoor 9% btw mogelijk Voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening in of vanuit een (sport)accommodatie geldt het 9% btw-tarief. Er moet dan sprake zijn van een exclusief gebruiksrecht van de ‘accommodatie’ (denk aan sporthal, sportveld, maar ook een exclusief gebruikte afgebakende weg) of de sportbeoefening moet plaatsvinden vanuit een accommodatie (denk aan een kleedgelegenheid). Volgens de Hoge Raad hoeft het gebruik van de accommodatie op zichzelf niet noodzakelijk te zijn voor het sporten, als de accommodatie gebruikt wordt voor het geven van instructie en/of als de sporters zich hier gereedmaken voor de sport. Dit betekent dat ondernemers die surflessen en andere sportieve outdooractiviteiten verzorgden vanuit zeecontainers en een strandpaviljoen, ook het 9% btw-tarief konden toepassen. Let wel, het gaat hier om sporten bij commerciële (dat wil zeggen winst beogende) aanbieders. Voor sporten bij niet-winst beogende aanbieders, denk aan de plaatselijke voetbalvereniging, geldt namelijk een btw-vrijstelling.
25 februari 2025
De Belastingdienst komt met een alternatieve aanlevermethode voor DAC7. Dit alternatief is bestemd voor kleinere platformexploitanten. Totdat het alternatief beschikbaar is, zal slechts beperkt op de rapportageplicht gehandhaafd worden. DAC7 De verplichting volgens DAC7 betekent dat exploitanten van onlineplatformen die aan de criteria van de DAC7 voldoen, gegevens over zichzelf en gegevens van bepaalde verkopers, verhuurders en dienstverleners die via hun platform goederen of diensten verkopen of onroerend goed verhuren, moeten verzamelen, verifiëren en rapporteren aan de Belastingdienst. De gegevens inzake de verkopende partij betreffen onder meer de persoonlijke gegevens, waaronder NAW-gegevens, BSN of RSIN, het aantal transacties en de omzet. Problemen De Belastingdienst constateert dat vooral kleinere platformen moeite hebben met de rapportageplicht. De oorzaak is deels onbekendheid met DAC7, maar ook onduidelijkheid over de criteria en de aanlevermethode spelen een rol. Ook de complexiteit en kosten van rapporteren zijn een hinderpaal. Alternatief De Belastingdienst werkt daarom aan een alternatief voor DAC7 voor kleinere platformen met slechts enkele te rapporteren gegevens. Dit alternatief was niet voor 31 januari 2025 beschikbaar, de datum waarop de rapportages uiterlijk moesten worden aangeleverd. Beperkt handhaven Totdat de alternatieve rapportagemethode beschikbaar is, zal de Belastingdienst echter beperkt op de rapportageplicht handhaven. Ondernemers die van de alternatieve rapportagemethode gebruik willen maken, kunnen dit per e-mail melden bij de Belastingdienst via DAC7@belastingdienst.nl . Wel alvast starten Platformexploitanten moeten wel al beginnen met het verzamelen, identificeren en verifiëren van gegevens over hun gebruikers. Wettelijk bestaat namelijk de plicht dit al vóór 1 januari 2025 te doen. Zodra de alternatieve aanlevermethode beschikbaar is, dienen deze rapportages zo spoedig mogelijk aangeleverd te worden. De Belastingdienst zal vanaf dat moment ook weer normaal gaan handhaven.
25 februari 2025
Eind 2024 is een nieuw besluit over onder meer de toepassing van het 9% btw-tarief gepubliceerd. Dit besluit bevat twee wijzigingen voor de toepassing van het 9% btw-tarief bij schilderen en stukadoren van woningen. 9% btw schilderen en stukadoren Het schilderen en stukadoren van oudere woningen is belast met 9% btw in plaats van 21% btw. Het gaat daarbij om woningen die twee jaar of ouder zijn na het tijdstip van de eerste ingebruikname. Tip! Bij controle of het 9% btw-tarief terecht is toegepast, kijkt de Belastingdienst onder meer naar de gegevens uit de BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) en de BRP (Basisregistratie Personen). Deel woning/deel bedrijfspand tot 1 juli 2025 In het oude besluit was goedgekeurd dat panden die deels als woning en deels als bedrijfspand gebruikt worden, geheel worden aangemerkt als woning als het pand voor meer dan 50% wordt gebruikt voor particuliere bewoning. Als het pand twee jaar of ouder is, kan dan voor het schilderen en stukadoren van het gehele pand het 9% btw-tarief worden toegepast. Deze goedkeuring uit het oude besluit is in het nieuwe besluit vervallen, maar kan tot 1 juli 2025 nog worden toegepast. Deel woning/deel bedrijfspand vanaf 1 juli 2025 Vanaf 1 juli 2025 is dat dus niet meer toegestaan. Vanaf die datum mag het 9% btw-tarief alleen nog worden toegepast voor het deel van het pand dat voor particuliere bewoning wordt gebruikt. Voor het schilderen en stukadoren van het andere deel geldt het 21% btw-tarief. Er moet dus een splitsing plaatsvinden. Let op: Deze splitsing moet tot 1 juli 2025 ook al worden gemaakt als het pand voor 50% of minder gebruikt wordt voor particuliere bewoning. Gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen Bij het schilderen en stukadoren van gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen in appartementsgebouwen, verzorgingstehuizen/aanleunwoningen, verpleeg- en verzorgingsinstellingen en dergelijke kan ook het 9% btw-tarief toegepast worden als dat voor de woongedeelten ook het geval is. Bij gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen moet u denken aan de hal, het trappenhuis, de lift, de eetzaal, de recreatieruimte en dergelijke. In het nieuwe besluit is toegevoegd dat een splitsing moet plaatsvinden als de gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen behalve voor particuliere bewoning ook voor andere doeleinden worden gebruikt. De splitsing moet dan plaatsvinden op basis van het deel van het gebouw bestemd voor particuliere bewoningen en het deel bestemd voor andere doeleinden. Bij andere doeleinden moet u bijvoorbeeld denken aan bedrijfsdoeleinden. Op het aldus berekende deel dat voor andere doeleinden bestemd is, kan het 9% btw-tarief niet worden toegepast.
Meer posts
Share by: