AgroActualiteiten

22 oktober 2024



Inhoud

1. Voorstellen aanpak mestmarkt                                 

2. GLB-aanvraag uiterlijk 2 december                         

3. Bedrijfsoverdracht en GLB-aanvraag                       

4. Hoogte basis- en eco-premie 2024                         

5. Aangekondigde wijzigingen GLB 2025                   

6. Nieuwe regelingen ‘Aanpak stikstof’                       

7. Subsidie voor verduurzaming                                     

8. Kort nieuws 

9. Agenda                                                                      




1.  Voorstellen aanpak mestmarkt


De minister heeft onlangs (nood)maatregelen voorgesteld die de druk op de mestmarkt moeten verminderen.


Derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden

Eén van de oorzaken van de huidige ‘overspannen’ mestmarkt is o.a. de verkleining van de mestplaatsingsruimte. Een deel daarvan wordt veroorzaakt door de derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden. Deze zones zijn op dit moment 250 meter breed. De minister wil deze zones versmallen naar 100 meter.


Aanpassen forfaitaire stikstofnorm melkvee

Volgens (nieuw) onderzoek vervluchtigt bij melkvee meer stikstof (in onschadelijke stikstofgassen) dan tot nu toe is aangenomen. Om deze reden is de minister van plan de stikstofcorrectiefactoren te verhogen, waardoor de forfaitaire stikstofnormen voor melkvee kunnen worden verlaagd. De mestproductie (stikstof) neemt dan af.


Verhogen mestverwerking en export van mest

Om de druk op de Nederlandse mestmarkt te verlagen wil de minister de export van mest stimuleren. Hiertoe zijn drie sporen aangekondigd:

·        Hogere mestverwerkingsplicht voor landbouwbedrijven.

·        Vergroten van de mestverwerkingscapaciteit.

·        Vergroten van de buitenlandse afzetmarkt voor verwerkte mest.


Nieuwe beëindigingsregeling

Naast de bestaande regelingen Lbv en Lbv+ en de, door de minister, eerder aangekondigde beëindigingsregeling voor kleine sectoren wil de minister uiterlijk in 2026 een nieuwe brede beëindigingsregeling openstellen.


Verlagen mestplafonds en afroming bij overdracht productierechten

Vanuit de derogatiebeschikking is Nederland verplicht om de mestproductieplafonds voor stikstof en fosfaat per 2025 verder te verlagen. Om onder de nieuwe mestplafonds te komen heeft de minister bij de overdracht van productierechten een (hogere) afroming voorgesteld.


Wetsvoorstel mestplafonds en afroming productierechten

Volgens een wetsvoorstel dalen de nationale mestplafonds vanaf 2025 met circa 10%. Bij de voorgestelde sectorale mestplafonds is de daling bij de varkens- en pluimveesector fors hoger dan bij de melkveesector. Daarnaast zijn de volgende afromingspercentages bij overdracht van productierechten voorgesteld: fosfaatrechten 30% (was 10%), varkensrechten 25% en pluimveerechten 15%. Een uitzondering geldt voor overdrachten in familieverband. Bepaalde uitzonderingen zijn nog wel een onderwerp van discussie.


Maatregelen op Europees niveau

Naast de bovenstaande inzet op Nationaal niveau zijn ook maatregelen voorgesteld die op Europees niveau afgestemd moeten worden. De haalbaarheid van Europese maatregelen zijn moeilijker in te schatten.

 

Invoeren gebruik Renure

Met de inzet van ‘Renure’ (kunstmestvervanger) ontstaat meer ruimte om dierlijke mest af te zetten in Nederland. Echter hiervoor moet ‘Brussel’ de Nitraatrichtlijn aanpassen. De minister hoopt dat de goedkeuring voor ‘Renure’ spoedig volgt, maar het is de vraag of dit nog voor het groeiseizoen van 2025 gaat lukken.


Nieuwe derogatie

In de voorstellen geeft de minister aan dat gestreefd wordt naar ‘gewas- en grondsoortgerichte stikstofgebruiksnormen’, i.p.v. de standaardnorm van 170 kg stikstof/ha. Ook hiervoor moet de Nitraatrichtlijn worden aangepast. Als tussenoplossing wil de minister in 2026 een verhoogde stikstofnorm voor grasland bewerkstelligen.


Minder ’nitraat kwetsbare gebieden’

In Nederland is op dit moment het gehele grondgebied aangewezen als ‘kwetsbaar gebied’. De minister wil dit gebied verkleinen, waardoor bepaalde regels voor minder percelen van toepassing zijn.   


2. GLB-aanvraag uiterlijk 2 december


Om uw GLB-subsidies 2024 te ontvangen moet u uiterlijk 2 december uw definitieve GLB-aanvraag indienen. Naast de aanvraag van uw subsidies moet u ook diverse gegevens voor ‘mest’ actualiseren.


GLB-aanvraag

U kunt uw definitieve aanvraag indienen door uw eerdere Gecombineerde opgave (GO) te openen en te actualiseren. Vervolgens dient uw GO/definitieve aanvraag in. Bij het actualiseren van de inhoud zijn onderstaande zaken van belang.


Subsidiabele gewassen

U kunt alleen basis- en eco-premie ontvangen op subsidiabele grond. Voldoet een perceel niet (meer) aan de eisen? Haal dan het vinkje voor de basis- en eco-premie weg. Dit kan gevolgen hebben voor berekening van de ecoregeling.


Hoofdteelt en vanggewassen

Met de GO heeft u de hoofdteelt op uw percelen opgegeven. Door het natte teeltseizoen is het geteelde gewas soms anders dan eerder is opgegeven. Speelt dit? Pas dan het gewas van uw hoofdteelt aan.

In de GO kunt u, naast de hoofdteelt, ook vanggewassen opgeven. Bij sommige regelingen is dit verplicht. Is er iets gewijzigd in het gewas en/of de zaaidatum? Corrigeer dan uw opgave.


Ecoregeling

Bij de definitieve aanvraag bevestigt u uw eerder opgegeven eco-activiteiten. Heeft u een eco-activiteit niet uitgevoerd? Of voldoet u niet (meer) aan de voorwaarden? Trek dan de eco-activiteit in. Heeft u een eco-activiteit op een deel van uw perceel uitgevoerd? Splits dan het perceel in een perceel met en een perceel zonder deze eco-activiteit.                                  


3. Bedrijfsoverdracht en GLB-aanvraag


Is er sprake geweest van een bedrijfsoverdracht? Dan moet het nieuwe bedrijf de definitieve aanvraag indienen. Speelt de overdracht tijdens de aanvraagperiode? Dan is het soms verstandiger dat het oorspronkelijke bedrijf de aanvraag indient.


Werkwijze bij bedrijfsoverdracht

Meldt u een bedrijfsoverdracht bij RVO? Dan kunt u in de melding aangeven dat het oorspronkelijke bedrijf (overdrager) de GLB-aanmelding overdraagt aan het nieuwe bedrijf (overnemer). De overnemer kan dan de definitieve aanvraag indienen. Als de aanmelding wordt overgedragen, dan kan RVO de GO van de overdrager overzetten naar de overnemer. Dit kan alleen als er sprake is van:

·        Overlijden.

·        Overdracht naar eigen Burgerservicenummer (BSN).

·        Juridische wijziging, waarbij minimaal één overdrager ook deelneemt in het nieuwe bedrijf. 


Is dit het geval? Volg dan de instructie van RVO. In andere situaties moet de overnemer de GO/aanvraag zelf geheel invullen. In beide situaties is het van belang dat de overdrager ‘actief landbouwer’ blijft op 15 mei (dus niet met terugwerkende kracht uitschrijven).


Aanvraag indienen door overdrager

Als de overdrager de GLB-aanmelding niet wil overdragen, dan kan de overnemer de definitieve aanvraag niet indienen. De overdrager kan dit nog wel, mits het bedrijf nog ‘actief landbouwer’ is.


Overdracht einde aanvraagperiode

Vindt de bedrijfsoverdracht later in de aanvraagperiode (15 oktober t/m 2 december) plaats? Dan kunt overwegen om de overdrager de definitieve aanvraag nog te laten indienen (mits ‘actief landbouwer’). U kunt de bedrijfsoverdracht dan daarna melden.                                        


4. Hoogte basis- en eco-premie 2024


De basis- en eco-premies 2024 zijn nog niet definitief vastgesteld. Wel is bekend dat u, door extra nationaal budget, de maximale eco-premie kunt ontvangen.


Nationaal budget ingezet voor GLB

Nederland heeft van ‘Brussel’ goedkeuring gekregen om een bedrag van € 50 miljoen in te zetten als compensatie voor de eco-premie. Hierdoor hoeft er geen budget vanuit de basispremie overgeheveld te worden. De basispremie bedraagt hierdoor waarschijnlijkheid € 247 voor de eerste 40 hectares. Voor de overige hectares geldt een bedrag van € 193. Deze bedragen zijn nog niet definitief.


Maximale Eco-premie

Met het extra budget wordt hoogstwaarschijnlijk de maximale eco-premie uitbetaald, namelijk: Brons € 60, Zilver € 100 en Goud € 200.


 
Compensatie eco-premie

De compensatie bedraagt € 32,50 per hectare. De compensatie wordt los van de eco-premie uitbetaald.

U kunt deze compensatie ontvangen als u:

·        Bij de GO een aanmelding voor de ecoregeling heeft ingediend.

·        Bij deze aanmelding minimaal in ‘Brons’ terecht kwam (voldoende punten en waarde).

·        Bij de definitieve aanvraag uw uitgevoerde eco-activiteiten opgeeft.


Als u bij de definitieve aanvraag niet meer aan de instapeis of -waarde voor tenminste ‘Brons’ voldoet, kunt u toch deze compensatie ontvangen. U moet wel eco-activiteiten hebben uitgevoerd en opgegeven.


Correctie op eco-premie

De eco-premie wordt op een later moment uitbetaald. De eco-premie bedraagt dan het bedrag voor een bepaalde klasse minus de compensatie.



5. Aangekondigde wijzigingen GLB 2025

In 2025 krijgt u te maken met enkele (eerder aangekondigde) wijzigingen van de conditionaliteiten en de ecoregeling van het GLB.


Wijzigingen conditionaliteiten, vaak versoepelingen, maar ook (forse) aanscherpingen

De volgende wijzigingen worden (waarschijnlijk) doorgevoerd:

·        Bescherming veengronden: percelen blijvend grasland op alle veengronden moeten grasland blijven!

·        Bufferstroken: chemische gewasbescherming is toegestaan bij de verplichte bestrijding van Wilde haver, Knolcyperus en bepaalde andere invasieve exoten.

·        Niet productief areaal: de eis van minimaal 4% niet-productief areaal op bouwland vervalt.

·        Soms mag u beschadigd grasland (door bijvoorbeeld wilde dieren) in Habitatgebieden vernieuwen.


Daarnaast krijgt u te maken met extra randvoorwaarden op basis van de zogenoemde de ‘sociale conditionaliteiten’. Als u bestaande wetgeving t.a.v. o.a. arbeidsovereenkomsten en een veilige omgeving overtreedt, dat u dan naast een boete ook gekort kunt worden op uw GLB-subsidies.


Wijzigingen eco-activiteiten

Vanaf 2025 kunt u ook kiezen voor de nieuwe eco-activiteiten ‘Tagetes als aaltjesbesterijding’ en ‘Voedselbos’. De eco-activiteit ‘vroeg ras rooigewas 1 november’ komt te vervallen.

Ook moet u letten op wijzigingen van bepaalde voorwaarden, punten en waarden van eco-activiteiten.


6. Nieuwe regelingen ‘Aanpak stikstof’
 

Eerder is in het kader van de ‘Aanpak stikstof’ aangegeven dat er regelingen zouden komen om te innoveren, extensiveren, omschakelen, verplaatsen of te beëindigen. Deze regelingen zijn met name bedoeld voor piekbelasters. Onlangs zijn in dit kader enkele nieuwe regelingen gepubliceerd of aangekondigd.


Subsidie voor investeringen in verduurzaming door piekbelasters

Bent u een piekbelaster? En heeft u een melkvee-, vleeskalveren- en/of varkenshouderij? Dan kunt u voor deze subsidie in aanmerking komen. Deze subsidieregeling wordt opengesteld van 21 oktober 2024 t/m 8 januari 2025.


 
Landelijke verplaatsingsregeling veehouderij met piekbelasting

Als piekbelaster kunt u subsidie aanvragen voor het verplaatsen van uw bedrijf.

Deze subsidieregeling bestaat uit twee modules:

·        Haalbaarheidsonderzoek bedrijfsverplaatsing (openstelling van 2 december 2024 t/m 30 mei 2025).

·        Uitvoering bedrijfsverplaatsing (openstelling 6 januari 2025 t/m 30 november 2027).


Lbv voor kleinere sectoren

Deze beëindigingsregeling is bedoeld voor de kleinere sectoren: geiten, vleeseenden, konijnen, vleeskalveren en overig rundvee. De openstellingsperiode is nog niet bekend. Ook is de regeling nog niet gepubliceerd.


7. Subsidie voor verduurzaming


U komt in aanmerking voor de ‘Subsidie voor investeringen in verduurzaming door piekbelasters’ als u piekbelaster bent en een veehouderij heeft met melkvee, vleeskalveren en/of varkens.


Subsidie voor duurzame investeringen

De subsidie is bedoeld voor investeringen die de ammoniakemissie op uw bedrijf verminderen. Daarnaast moet u ook investeren in de brandveiligheid en/of het dierwelzijn van uw dieren. U kiest dus altijd voor een combinatie van maatregelen. U kunt afhankelijk van de diersoort kiezen uit de volgende vijf soorten maatregelen:

·        Nageschakelde technieken.

·        Brongerichte technieken.

·        Investeringen in brandveiligheid.

·        Investeringen op het gebied van dierenwelzijn.

·        Aanvullende investeringen buiten de stal om de ammoniakemissie te verminderen.

 

Bent u melkveehouder?

Dan moet u een brongerichte techniek (Lely Sphere) combineren met een investering in brandveiligheid.


Heeft u vleeskalveren en/of varkens?

Dan moet u investeren in een nageschakelde techniek (luchtwasser) én moet u kiezen voor één van de volgende opties:

·        Investeren in brandveiligheid en dierenwelzijn.

·        Investeren in een brongerichte techniek en brandveiligheid.


Hoogte subsidie

Voor uw investeringen krijgt u maximaal 80% subsidie. Per veehouderijlocatie moet de subsidie minimaal € 25.000 bedragen. Het maximale subsidiebedrag is € 600.000. De subsidie is bedoeld voor de aankoop van de investeringen en de installatie hiervan.


Komende vijf jaar geen uitbreiding in dieren

Maakt u gebruik van deze subsidieregeling? Dan mag, op de betreffende locatie, het aantal dieren in de komende vijf jaar niet toenemen.


8. Kort nieuws



Uiterlijk 21 oktober (verplicht) vanggewas

Teelt u mais op zand- of lössgrond? Dan moet u dit jaar binnen 7 dagen na de maisoogst en uiterlijk op 21 oktober een vanggewas hebben ingezaaid. Als alternatief kunt u tot uiterlijk 31 oktober een wintergraan inzaaien, die u in 2025 soms als hoofdteelt moet telen. Teelt u andere gewassen dan mais op zand- en lössgrond? Dan moet u ook uiterlijk 21 oktober een vanggewas inzaaien als u een korting op de stikstofnorm van volgend jaar wilt voorkomen. Dit geldt niet bij ‘winterteelten’. Is het vanggewas en/of de inzaaiperiode gewijzigd t.o.v. de GO? Pas dan uw GO tijdig aan.

 

‘Aanvullende gegevens’ voor alle bedrijven

In januari 2025 moeten alle landbouwbedrijven ‘Aanvullende gegevens’ indienen bij RVO.

Het gaat hierbij o.a. over aan- en afvoer van (kunst)meststoffen in 2024 en de mestvoorraad op 31 december 2024. Het is verstandig om op basis van uw ‘Aanvullende gegevens’ een gebruiksnormenberekening te maken over 2024.

 

Aanmelden fosfaatverrekening

Bent u akkerbouwer? En verwacht u dat u dit jaar de fosfaatgebruiksnorm overschrijdt met maximaal 20 kg per hectare? Dan kunt u zich t/m uiterlijk 31 december bij RVO aanmelden voor de fosfaatverrekening. Als u aan alle voorwaarden voldoet, kunt u uw fosfaatoverschot doorschuiven naar het volgende jaar.



9. Agenda


Uiterlijk 21 oktober

•     Inzaaien vanggewas na mais op zand/löss.

•     Inzaaien vanggewas zonder korting op stikstofnorm (zand/löss).

Uiterlijk 31 oktober

•     Inzaai wintergraan of spelt als vanggewas na mais (zand/löss).

Uiterlijk 1 november

•     Aanmelden vrijstelling zoogkoeien (met inleveren fosfaatrechten). Geldt alleen voor nieuwe deelnemers.

Uiterlijk 1 december

•     Aanmelden vrijstelling zoogkoeien (zonder inleveren fosfaatrechten). Geldt alleen voor nieuwe deelnemers.

Uiterlijk 2 december

•     Indienen definitieve GLB-aanvraag.

Uiterlijk 31 december

•     Aanmelden fosfaatverrekening.

•     Indienen VVO’s en 3PO’s.

•     Indienen overdrachten productierechten 2024.

 


21 november 2025
1. Maximale inhouding huisvesting op minimumloon blijft 25% Werkgevers mogen in 2025 voor de kosten van huisvesting van een werknemer maximaal 25% van het wettelijk minimumloon inhouden op dit minimumloon. Het plan was om dit percentage vanaf 2026 met 5% per jaar af te bouwen. Vanaf 2030 zou het dan verboden zijn om de kosten van huisvesting in te houden op het wettelijk minimumloon. Dit plan gaat vooralsnog niet door. Het is uiteraard niet uitgesloten dat een nieuw kabinet er alsnog voor kiest om de regeling af te bouwen. Dat zal dan in ieder geval niet per 1 januari 2026 zijn. 2. Moet u op pensioenadvies aan personeel loonheffing inhouden? Als een werknemer een door u als werkgever betaald pensioenadvies krijgt, is hierover dan wel of geen loonheffing verschuldigd? Vanaf de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioen (Wtp) zijn pensioenuitvoerders verplicht om werknemers te begeleiden bij het maken van een keuze binnen de pensioenregeling. Als het pensioenadvies zich beperkt tot keuzebegeleiding, is dit verplichte advies onbelast voor de loonheffingen. Als meer persoonlijke achtergrondinformatie bij het pensioenadvies wordt betrokken, is het pensioenadvies niet meer beperkt tot keuzebegeleiding. Er is dan sprake van persoonlijk pensioenadvies. De Belastingdienst heeft aangegeven dat de kosten van een persoonlijk pensioenadvies belast loon vormen voor de werknemer. De Wtp verplicht overigens niet tot een dergelijk uitgebreid advies. Tip: u kunt er als werkgever voor kiezen om het persoonlijk pensioenadvies aan te wijzen voor de werkkostenregeling. In dat geval wordt bij de werknemer geen loonheffing geheven als u nog vrije ruimte heeft. 3. Onbelaste vergoeding internetabonnement mogelijk Van een werknemer die ook thuiswerkt, kunt u de kosten van zijn volledige internetabonnement onbelast vergoeden. Voorwaarde is dat de werknemer het internet nodig heeft en ook gebruikt voor zijn werk. U hoeft geen rekening te houden met een eventueel privégebruik van uw werknemer. Overigens bent u niet verplicht om het volledige abonnement te vergoeden. U kunt ook een deel vergoeden. Let wel op bij abonnementen die ook tv en vaste telefoon bevatten. Alleen het internetdeel kunt u namelijk onder de gerichte vrijstelling onbelast vergoeden. 4. Aanvragen subsidie praktijkleren derde leerweg tot 28 november 2025 Erkende leerbedrijven kunnen vanaf 3 november 2025 9.00 tot vrijdag 28 november 2025 17.00 uur weer de subsidie praktijkleren aanvragen voor een praktijkplaats van een mbo-student in de derde leerweg (overig onderwijs (ovo) of overige opleidingen in deeltijd (odt)). De student moet ingeschreven staan in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD) van DUO. Daarnaast gelden nog meer voorwaarden . Per praktijkplaats kan maximaal € 2.700 subsidie gekregen worden. Het beschikbare budget bedraagt in 2025 € 2.800.000. Bij overschrijding van het budget wordt de hoogte van de subsidie naar rato verlaagd. Aanvragen van de subsidie kan via RVO.nl . Het erkende leerbedrijf moet de subsidie wel aanvragen binnen een jaar na afloop van de praktijkleerplaats. 5. Aanvraag subsidie groepshulp kinderopvang tot 28 november 2025 Van 3 november 2025 9.00 uur tot en met 28 november 2025 17.00 kunt u via RVO.nl weer subsidie aanvragen voor groepshulpen (groepsondersteuners) in uw kinderopvang. De subsidie bedraagt maximaal € 10.056 per jaar per groepshulp. U kunt de subsidie voor maximaal tien groepshulpen aanvragen. Er gelden wel voorwaarden . Het beschikbare budget bedraagt in 2025 € 1.735.000. Bij overschrijding van het budget wordt de hoogte van de subsidie per groepshulp naar rato verlaagd. 6. Verbetering koopkracht deeltijd-minimumloners Deeltijdwerkers die op jaarbasis minder verdienen dan het minimumloon en een loonsverhoging hebben die lager is dan de algemene loonontwikkeling, hebben in 2025 te maken met negatieve inkomensgevolgen. Deze gevolgen worden, op verzoek van de Tweede Kamer, vanaf 2026 gecompenseerd. Zo krijgen de lage inkomens in 2026 meer recht op arbeidskorting, waardoor vooral deeltijdwerkers met een uurloon op of rond het minimumloon er iets op vooruitgaan. Ter budgettaire dekking gaan de verhogingen van de arbeidskorting van € 25 en € 27 niet door, wordt het tarief in de eerste schijf van de IB in 2026 0,05% minder verlaagd (en in de komende jaren in geleidelijke stapjes nog minder verlaagd (tot 0,09% minder in 2035)) en wordt het tarief van 49,5% in de IB verschuldigd vanaf een lager inkomen dan eerder in het Belastingplan 2026 was opgenomen.
21 november 2025
Het wettelijk minimumuurloon wordt per 1 januari 2026 verhoogd. Wat zijn de nieuwe geïndexeerde uurtarieven? Vanaf 21 jaar Door een indexatie van 2,15% zal het wettelijk minimumuurloon voor een werknemer vanaf 21 jaar vanaf 1 januari 2026 € 14,71 per uur bedragen. Nu bedraagt het wettelijk minimumuurloon voor een werknemer van 21 jaar en ouder nog € 14,40 per uur. Let op! De berekening van het indexatiepercentage is gebaseerd op het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, in de gepremieerde en gesubsidieerde sector en bij de overheid. Wettelijk minimumuurloon 15 tot en met 20 jaar Door de stijging van het wettelijk minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder, stijgt het wettelijk minimumuurloon voor jongere werknemers per 1 januari 2026 als volgt: Leeftijd Percentage Minimumuurloon 21 jaar en ouder 100,0% € 14,71 20 jaar 80,0% € 11,77 19 jaar 60,0% € 8,83 18 jaar 50,0% € 7,36 17 jaar 39,5% € 5,81 16 jaar 34,5% € 5,07 15 jaar 30,0% € 4,41 Let op: In de Voorjaarsnota 2025 was door het huidige kabinet afgesproken om het minimumjeugdloon voor jongeren van 16 tot en met 20 jaar vanaf 2027 geleidelijk te verhogen. Het is nog niet bekend of het nieuwe kabinet deze plannen overneemt. Wettelijk minimumuurloon bbl Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) geldt voor werknemers in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar een ander percentage. Het wettelijk minimumuurloon voor deze werknemers is per 1 januari 2026 als volgt: Leeftijd Percentage Minimumuurloon 21 jaar en ouder 100,0% € 14,71 20 jaar 61,5% € 9,05 19 jaar 52,5% € 7,72 18 jaar 45,5% € 6,69 17 jaar 39,5% € 5,81 16 jaar 34,5% € 5,07 15 jaar 30,0% € 4,41 Let op: In juli 2025 maakte de minister van OC&W bekend dat hij de lagere percentages voor werknemers in de bbl met ingang van 1 januari 2027 wil afschaffen. Dit is nu een plan, dat verder nog niet concreet is.
21 november 2025
De belastingrente voor de inkomstenbelasting (IB) bedraagt in 2026 hoogstwaarschijnlijk 5%. Voor de vennootschapsbelasting (Vpb) zal dit waarschijnlijk 7,5% zijn. Beide percentages zijn 1,5% lager dan in 2025. Hoe wordt de nieuwe belastingrente vastgesteld? De belastingrente wordt één keer per jaar opnieuw vastgesteld. De nieuwe rente gaat dan per 1 januari gelden. In een besluit is vastgelegd hoe dit moet gebeuren. Daarbij geldt als basis de vóór 1 november van het voorafgaande jaar laatste gepubliceerde ECB-rente voor basisfinancieringstransacties. Voor de belastingrente voor het jaar 2026 gaat het hierbij om de op 11 juni 2025 gepubliceerde ECB-rente voor basisfinancieringstransacties. Die bedraagt 2,15%. Voor 1 november 2025 vond geen andere publicatie meer plaats. Let op: In het besluit is ook opgenomen dat de belastingrente altijd wordt vastgesteld op een afronding van halve procenten. Leidt de berekening tot een andere belastingrente, dan vindt dus afronding plaats. Verder wordt het belastingrentepercentage ten opzichte van het bestaande belastingrentepercentage maximaal 2% hoger of lager. Belastingrente IB 2026 Voor de IB wordt de hiervoor genoemde ECB-rente volgens het besluit verhoogd met 3%. Daarbij is ook opgenomen dat de minimale belastingrente altijd 4,5% is. Met deze rekenregels bedraagt de belastingrente voor de IB in 2026 5% (2,15% + 3% = 5,15%, afgerond op halve procenten is dat dus 5%). In 2025 bedraagt de belastingrente voor de IB nog 6,5%. Let op: Dit percentage geldt ook voor de meeste andere belastingen, onder meer de loonbelasting, omzetbelasting, dividendbelasting, erfbelasting et cetera. Belastingrente Vpb 2026 Voor de Vpb wordt de hiervoor genoemde ECB-rente volgens het besluit verhoogd met 5,5%. Daarbij is ook opgenomen dat de minimale belastingrente altijd 5,5% is. Met deze rekenregels bedraagt de belastingrente voor de Vpb in 2026 7,5% (2,15% + 5,5% = 7,65%, afgerond op halve procenten is dat dus 7,5%). In 2025 bedraagt de belastingrente voor de Vpb nog 9%. Let op: Dit percentage geldt ook voor de bronbelasting en de minimumbelasting. Nog geen officiële bekendmaking Het belastingrentepercentage voor 2026 is nog niet door de Belastingdienst bekendgemaakt. Gebaseerd op het besluit komen de percentages uit op 5 en 7,5%, maar daarvan is dus nog geen officiële bevestiging. Bezwaar belastingrente Over de hoogte van de belastingrente loopt een procedure bij de Hoge Raad. Bezwaren tegen de belastingrente zijn aangewezen als zogenaamde massaalbezwaarprocedure. Dit betekent dat degenen die bezwaar maken tegen de belastingrente pas een uitspraak van de Belastingdienst krijgen als de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan. Let op: Wilt u aansluiten bij deze massaalbezwaarprocedure, dan moet u op tijd een bezwaar indienen tegen de belastingrente. Neem voor meer informatie hierover contact op met onze adviseurs.