AgroActualiteiten

22 oktober 2024



Inhoud

1. Voorstellen aanpak mestmarkt                                 

2. GLB-aanvraag uiterlijk 2 december                         

3. Bedrijfsoverdracht en GLB-aanvraag                       

4. Hoogte basis- en eco-premie 2024                         

5. Aangekondigde wijzigingen GLB 2025                   

6. Nieuwe regelingen ‘Aanpak stikstof’                       

7. Subsidie voor verduurzaming                                     

8. Kort nieuws 

9. Agenda                                                                      




1.  Voorstellen aanpak mestmarkt


De minister heeft onlangs (nood)maatregelen voorgesteld die de druk op de mestmarkt moeten verminderen.


Derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden

Eén van de oorzaken van de huidige ‘overspannen’ mestmarkt is o.a. de verkleining van de mestplaatsingsruimte. Een deel daarvan wordt veroorzaakt door de derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden. Deze zones zijn op dit moment 250 meter breed. De minister wil deze zones versmallen naar 100 meter.


Aanpassen forfaitaire stikstofnorm melkvee

Volgens (nieuw) onderzoek vervluchtigt bij melkvee meer stikstof (in onschadelijke stikstofgassen) dan tot nu toe is aangenomen. Om deze reden is de minister van plan de stikstofcorrectiefactoren te verhogen, waardoor de forfaitaire stikstofnormen voor melkvee kunnen worden verlaagd. De mestproductie (stikstof) neemt dan af.


Verhogen mestverwerking en export van mest

Om de druk op de Nederlandse mestmarkt te verlagen wil de minister de export van mest stimuleren. Hiertoe zijn drie sporen aangekondigd:

·        Hogere mestverwerkingsplicht voor landbouwbedrijven.

·        Vergroten van de mestverwerkingscapaciteit.

·        Vergroten van de buitenlandse afzetmarkt voor verwerkte mest.


Nieuwe beëindigingsregeling

Naast de bestaande regelingen Lbv en Lbv+ en de, door de minister, eerder aangekondigde beëindigingsregeling voor kleine sectoren wil de minister uiterlijk in 2026 een nieuwe brede beëindigingsregeling openstellen.


Verlagen mestplafonds en afroming bij overdracht productierechten

Vanuit de derogatiebeschikking is Nederland verplicht om de mestproductieplafonds voor stikstof en fosfaat per 2025 verder te verlagen. Om onder de nieuwe mestplafonds te komen heeft de minister bij de overdracht van productierechten een (hogere) afroming voorgesteld.


Wetsvoorstel mestplafonds en afroming productierechten

Volgens een wetsvoorstel dalen de nationale mestplafonds vanaf 2025 met circa 10%. Bij de voorgestelde sectorale mestplafonds is de daling bij de varkens- en pluimveesector fors hoger dan bij de melkveesector. Daarnaast zijn de volgende afromingspercentages bij overdracht van productierechten voorgesteld: fosfaatrechten 30% (was 10%), varkensrechten 25% en pluimveerechten 15%. Een uitzondering geldt voor overdrachten in familieverband. Bepaalde uitzonderingen zijn nog wel een onderwerp van discussie.


Maatregelen op Europees niveau

Naast de bovenstaande inzet op Nationaal niveau zijn ook maatregelen voorgesteld die op Europees niveau afgestemd moeten worden. De haalbaarheid van Europese maatregelen zijn moeilijker in te schatten.

 

Invoeren gebruik Renure

Met de inzet van ‘Renure’ (kunstmestvervanger) ontstaat meer ruimte om dierlijke mest af te zetten in Nederland. Echter hiervoor moet ‘Brussel’ de Nitraatrichtlijn aanpassen. De minister hoopt dat de goedkeuring voor ‘Renure’ spoedig volgt, maar het is de vraag of dit nog voor het groeiseizoen van 2025 gaat lukken.


Nieuwe derogatie

In de voorstellen geeft de minister aan dat gestreefd wordt naar ‘gewas- en grondsoortgerichte stikstofgebruiksnormen’, i.p.v. de standaardnorm van 170 kg stikstof/ha. Ook hiervoor moet de Nitraatrichtlijn worden aangepast. Als tussenoplossing wil de minister in 2026 een verhoogde stikstofnorm voor grasland bewerkstelligen.


Minder ’nitraat kwetsbare gebieden’

In Nederland is op dit moment het gehele grondgebied aangewezen als ‘kwetsbaar gebied’. De minister wil dit gebied verkleinen, waardoor bepaalde regels voor minder percelen van toepassing zijn.   


2. GLB-aanvraag uiterlijk 2 december


Om uw GLB-subsidies 2024 te ontvangen moet u uiterlijk 2 december uw definitieve GLB-aanvraag indienen. Naast de aanvraag van uw subsidies moet u ook diverse gegevens voor ‘mest’ actualiseren.


GLB-aanvraag

U kunt uw definitieve aanvraag indienen door uw eerdere Gecombineerde opgave (GO) te openen en te actualiseren. Vervolgens dient uw GO/definitieve aanvraag in. Bij het actualiseren van de inhoud zijn onderstaande zaken van belang.


Subsidiabele gewassen

U kunt alleen basis- en eco-premie ontvangen op subsidiabele grond. Voldoet een perceel niet (meer) aan de eisen? Haal dan het vinkje voor de basis- en eco-premie weg. Dit kan gevolgen hebben voor berekening van de ecoregeling.


Hoofdteelt en vanggewassen

Met de GO heeft u de hoofdteelt op uw percelen opgegeven. Door het natte teeltseizoen is het geteelde gewas soms anders dan eerder is opgegeven. Speelt dit? Pas dan het gewas van uw hoofdteelt aan.

In de GO kunt u, naast de hoofdteelt, ook vanggewassen opgeven. Bij sommige regelingen is dit verplicht. Is er iets gewijzigd in het gewas en/of de zaaidatum? Corrigeer dan uw opgave.


Ecoregeling

Bij de definitieve aanvraag bevestigt u uw eerder opgegeven eco-activiteiten. Heeft u een eco-activiteit niet uitgevoerd? Of voldoet u niet (meer) aan de voorwaarden? Trek dan de eco-activiteit in. Heeft u een eco-activiteit op een deel van uw perceel uitgevoerd? Splits dan het perceel in een perceel met en een perceel zonder deze eco-activiteit.                                  


3. Bedrijfsoverdracht en GLB-aanvraag


Is er sprake geweest van een bedrijfsoverdracht? Dan moet het nieuwe bedrijf de definitieve aanvraag indienen. Speelt de overdracht tijdens de aanvraagperiode? Dan is het soms verstandiger dat het oorspronkelijke bedrijf de aanvraag indient.


Werkwijze bij bedrijfsoverdracht

Meldt u een bedrijfsoverdracht bij RVO? Dan kunt u in de melding aangeven dat het oorspronkelijke bedrijf (overdrager) de GLB-aanmelding overdraagt aan het nieuwe bedrijf (overnemer). De overnemer kan dan de definitieve aanvraag indienen. Als de aanmelding wordt overgedragen, dan kan RVO de GO van de overdrager overzetten naar de overnemer. Dit kan alleen als er sprake is van:

·        Overlijden.

·        Overdracht naar eigen Burgerservicenummer (BSN).

·        Juridische wijziging, waarbij minimaal één overdrager ook deelneemt in het nieuwe bedrijf. 


Is dit het geval? Volg dan de instructie van RVO. In andere situaties moet de overnemer de GO/aanvraag zelf geheel invullen. In beide situaties is het van belang dat de overdrager ‘actief landbouwer’ blijft op 15 mei (dus niet met terugwerkende kracht uitschrijven).


Aanvraag indienen door overdrager

Als de overdrager de GLB-aanmelding niet wil overdragen, dan kan de overnemer de definitieve aanvraag niet indienen. De overdrager kan dit nog wel, mits het bedrijf nog ‘actief landbouwer’ is.


Overdracht einde aanvraagperiode

Vindt de bedrijfsoverdracht later in de aanvraagperiode (15 oktober t/m 2 december) plaats? Dan kunt overwegen om de overdrager de definitieve aanvraag nog te laten indienen (mits ‘actief landbouwer’). U kunt de bedrijfsoverdracht dan daarna melden.                                        


4. Hoogte basis- en eco-premie 2024


De basis- en eco-premies 2024 zijn nog niet definitief vastgesteld. Wel is bekend dat u, door extra nationaal budget, de maximale eco-premie kunt ontvangen.


Nationaal budget ingezet voor GLB

Nederland heeft van ‘Brussel’ goedkeuring gekregen om een bedrag van € 50 miljoen in te zetten als compensatie voor de eco-premie. Hierdoor hoeft er geen budget vanuit de basispremie overgeheveld te worden. De basispremie bedraagt hierdoor waarschijnlijkheid € 247 voor de eerste 40 hectares. Voor de overige hectares geldt een bedrag van € 193. Deze bedragen zijn nog niet definitief.


Maximale Eco-premie

Met het extra budget wordt hoogstwaarschijnlijk de maximale eco-premie uitbetaald, namelijk: Brons € 60, Zilver € 100 en Goud € 200.


 
Compensatie eco-premie

De compensatie bedraagt € 32,50 per hectare. De compensatie wordt los van de eco-premie uitbetaald.

U kunt deze compensatie ontvangen als u:

·        Bij de GO een aanmelding voor de ecoregeling heeft ingediend.

·        Bij deze aanmelding minimaal in ‘Brons’ terecht kwam (voldoende punten en waarde).

·        Bij de definitieve aanvraag uw uitgevoerde eco-activiteiten opgeeft.


Als u bij de definitieve aanvraag niet meer aan de instapeis of -waarde voor tenminste ‘Brons’ voldoet, kunt u toch deze compensatie ontvangen. U moet wel eco-activiteiten hebben uitgevoerd en opgegeven.


Correctie op eco-premie

De eco-premie wordt op een later moment uitbetaald. De eco-premie bedraagt dan het bedrag voor een bepaalde klasse minus de compensatie.



5. Aangekondigde wijzigingen GLB 2025

In 2025 krijgt u te maken met enkele (eerder aangekondigde) wijzigingen van de conditionaliteiten en de ecoregeling van het GLB.


Wijzigingen conditionaliteiten, vaak versoepelingen, maar ook (forse) aanscherpingen

De volgende wijzigingen worden (waarschijnlijk) doorgevoerd:

·        Bescherming veengronden: percelen blijvend grasland op alle veengronden moeten grasland blijven!

·        Bufferstroken: chemische gewasbescherming is toegestaan bij de verplichte bestrijding van Wilde haver, Knolcyperus en bepaalde andere invasieve exoten.

·        Niet productief areaal: de eis van minimaal 4% niet-productief areaal op bouwland vervalt.

·        Soms mag u beschadigd grasland (door bijvoorbeeld wilde dieren) in Habitatgebieden vernieuwen.


Daarnaast krijgt u te maken met extra randvoorwaarden op basis van de zogenoemde de ‘sociale conditionaliteiten’. Als u bestaande wetgeving t.a.v. o.a. arbeidsovereenkomsten en een veilige omgeving overtreedt, dat u dan naast een boete ook gekort kunt worden op uw GLB-subsidies.


Wijzigingen eco-activiteiten

Vanaf 2025 kunt u ook kiezen voor de nieuwe eco-activiteiten ‘Tagetes als aaltjesbesterijding’ en ‘Voedselbos’. De eco-activiteit ‘vroeg ras rooigewas 1 november’ komt te vervallen.

Ook moet u letten op wijzigingen van bepaalde voorwaarden, punten en waarden van eco-activiteiten.


6. Nieuwe regelingen ‘Aanpak stikstof’
 

Eerder is in het kader van de ‘Aanpak stikstof’ aangegeven dat er regelingen zouden komen om te innoveren, extensiveren, omschakelen, verplaatsen of te beëindigen. Deze regelingen zijn met name bedoeld voor piekbelasters. Onlangs zijn in dit kader enkele nieuwe regelingen gepubliceerd of aangekondigd.


Subsidie voor investeringen in verduurzaming door piekbelasters

Bent u een piekbelaster? En heeft u een melkvee-, vleeskalveren- en/of varkenshouderij? Dan kunt u voor deze subsidie in aanmerking komen. Deze subsidieregeling wordt opengesteld van 21 oktober 2024 t/m 8 januari 2025.


 
Landelijke verplaatsingsregeling veehouderij met piekbelasting

Als piekbelaster kunt u subsidie aanvragen voor het verplaatsen van uw bedrijf.

Deze subsidieregeling bestaat uit twee modules:

·        Haalbaarheidsonderzoek bedrijfsverplaatsing (openstelling van 2 december 2024 t/m 30 mei 2025).

·        Uitvoering bedrijfsverplaatsing (openstelling 6 januari 2025 t/m 30 november 2027).


Lbv voor kleinere sectoren

Deze beëindigingsregeling is bedoeld voor de kleinere sectoren: geiten, vleeseenden, konijnen, vleeskalveren en overig rundvee. De openstellingsperiode is nog niet bekend. Ook is de regeling nog niet gepubliceerd.


7. Subsidie voor verduurzaming


U komt in aanmerking voor de ‘Subsidie voor investeringen in verduurzaming door piekbelasters’ als u piekbelaster bent en een veehouderij heeft met melkvee, vleeskalveren en/of varkens.


Subsidie voor duurzame investeringen

De subsidie is bedoeld voor investeringen die de ammoniakemissie op uw bedrijf verminderen. Daarnaast moet u ook investeren in de brandveiligheid en/of het dierwelzijn van uw dieren. U kiest dus altijd voor een combinatie van maatregelen. U kunt afhankelijk van de diersoort kiezen uit de volgende vijf soorten maatregelen:

·        Nageschakelde technieken.

·        Brongerichte technieken.

·        Investeringen in brandveiligheid.

·        Investeringen op het gebied van dierenwelzijn.

·        Aanvullende investeringen buiten de stal om de ammoniakemissie te verminderen.

 

Bent u melkveehouder?

Dan moet u een brongerichte techniek (Lely Sphere) combineren met een investering in brandveiligheid.


Heeft u vleeskalveren en/of varkens?

Dan moet u investeren in een nageschakelde techniek (luchtwasser) én moet u kiezen voor één van de volgende opties:

·        Investeren in brandveiligheid en dierenwelzijn.

·        Investeren in een brongerichte techniek en brandveiligheid.


Hoogte subsidie

Voor uw investeringen krijgt u maximaal 80% subsidie. Per veehouderijlocatie moet de subsidie minimaal € 25.000 bedragen. Het maximale subsidiebedrag is € 600.000. De subsidie is bedoeld voor de aankoop van de investeringen en de installatie hiervan.


Komende vijf jaar geen uitbreiding in dieren

Maakt u gebruik van deze subsidieregeling? Dan mag, op de betreffende locatie, het aantal dieren in de komende vijf jaar niet toenemen.


8. Kort nieuws



Uiterlijk 21 oktober (verplicht) vanggewas

Teelt u mais op zand- of lössgrond? Dan moet u dit jaar binnen 7 dagen na de maisoogst en uiterlijk op 21 oktober een vanggewas hebben ingezaaid. Als alternatief kunt u tot uiterlijk 31 oktober een wintergraan inzaaien, die u in 2025 soms als hoofdteelt moet telen. Teelt u andere gewassen dan mais op zand- en lössgrond? Dan moet u ook uiterlijk 21 oktober een vanggewas inzaaien als u een korting op de stikstofnorm van volgend jaar wilt voorkomen. Dit geldt niet bij ‘winterteelten’. Is het vanggewas en/of de inzaaiperiode gewijzigd t.o.v. de GO? Pas dan uw GO tijdig aan.

 

‘Aanvullende gegevens’ voor alle bedrijven

In januari 2025 moeten alle landbouwbedrijven ‘Aanvullende gegevens’ indienen bij RVO.

Het gaat hierbij o.a. over aan- en afvoer van (kunst)meststoffen in 2024 en de mestvoorraad op 31 december 2024. Het is verstandig om op basis van uw ‘Aanvullende gegevens’ een gebruiksnormenberekening te maken over 2024.

 

Aanmelden fosfaatverrekening

Bent u akkerbouwer? En verwacht u dat u dit jaar de fosfaatgebruiksnorm overschrijdt met maximaal 20 kg per hectare? Dan kunt u zich t/m uiterlijk 31 december bij RVO aanmelden voor de fosfaatverrekening. Als u aan alle voorwaarden voldoet, kunt u uw fosfaatoverschot doorschuiven naar het volgende jaar.



9. Agenda


Uiterlijk 21 oktober

•     Inzaaien vanggewas na mais op zand/löss.

•     Inzaaien vanggewas zonder korting op stikstofnorm (zand/löss).

Uiterlijk 31 oktober

•     Inzaai wintergraan of spelt als vanggewas na mais (zand/löss).

Uiterlijk 1 november

•     Aanmelden vrijstelling zoogkoeien (met inleveren fosfaatrechten). Geldt alleen voor nieuwe deelnemers.

Uiterlijk 1 december

•     Aanmelden vrijstelling zoogkoeien (zonder inleveren fosfaatrechten). Geldt alleen voor nieuwe deelnemers.

Uiterlijk 2 december

•     Indienen definitieve GLB-aanvraag.

Uiterlijk 31 december

•     Aanmelden fosfaatverrekening.

•     Indienen VVO’s en 3PO’s.

•     Indienen overdrachten productierechten 2024.

 


15 november 2024
Thuiswerkvergoeding Fiscaal bestaat er een belastingvrije thuiswerkvergoeding van momenteel € 2,35 per dag (2024). Vanaf 2025 wordt dit hoogstwaarschijnlijk € 2,40 per dag. Deze vergoeding is bedoeld voor de kosten die een werknemer maakt als hij thuiswerkt. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van verwarming, elektra en koffie. Reiskostenvergoeding Voor reiskosten van en naar het werk kunt u in 2024 ook een onbelaste vergoeding verstrekken en wel van maximaal € 0,23 per km. De hoogte van deze kilometervergoeding wordt voor 2025 niet aangepast. Een vergoeding voor thuiswerken kan samengaan met een vergoeding voor reiskosten in het kader van woon-werkverkeer. Let op! U mag op één dag echter maar één vergoeding onbelast verstrekken, dus óf voor thuiswerken óf voor reiskosten voor het woon-werkverkeer. Vaste vergoeding? Een vaste vergoeding voor thuiswerken en/of reizen naar het werk is voor u als werkgever administratief het makkelijkst. Dit mag wanneer de werknemer in een kalenderjaar ten minste 36 weken, gedurende vijf dagen per week reist tussen woon- en werkplaats. U kunt uw vergoedingen daarbij voor fulltimers dan baseren op 214 werkdagen per jaar. Werkt de werknemer maar een deel van het jaar, dan is de vergoeding 70% van de gewerkte volle werkweken. Let op! U moet de vergoedingen voor parttimers naar evenredigheid aanpassen. Ook als niet de hele week thuis wordt gewerkt of naar het werk wordt gereisd. Natuurlijk kunt u de vergoeding voor reiskosten en thuiswerken ook combineren. Voorbeeld (2025): Een werknemer woont 20 km van het werk, werkt vier dagen per week op kantoor en één dag per week thuis. U mag per jaar vergoeden 20 x 2 x 214 x 4/5 x € 0,23 = € 1.575,04 voor reiskosten en 214 x € 2,40 x 1/5 = € 102,72. In totaal dus € 1.677,76 per jaar, ofwel € 139,81 per maand. Overige vergoedingen thuiswerken U kunt een vergoeding geven voor de inrichting van een thuiswerkplek. Veel van deze kosten zijn onbelast. De kosten voor bijvoorbeeld een bureaustoel die voldoet aan arbonormen, een computer of een noodzakelijke telefoon vallen onder voorwaarden binnen de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling (WKR), waardoor er geen belasting over betaald hoeft te worden. Voor de thuiswerkplek gelden voor de volgende vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen binnen de WKR, de volgende gerichte vrijstellingen: arbovoorzieningen op grond van de wet; gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur als deze voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium. Bij verplichte arbovoorzieningen maakt het niet uit of u deze vergoedt, verstrekt of ter beschikking stelt, en of uw werknemer de voorziening op de werkplek gebruikt of niet. In al deze situaties geldt een gerichte vrijstelling die niet ten koste gaat van uw vrije ruimte. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een voetenbankje bij beeldschermwerk of aan een beeldschermbril. Als voldaan is aan de volgende voorwaarden, is de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen van toepassing: de werknemer gebruikt de voorzieningen geheel dan wel gedeeltelijk in de werkruimte; de werknemer betaalt geen eigen bijdrage voor die voorzieningen; de arbovoorzieningen hangen direct samen met de verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbowet en de inrichting van de werkruimte thuis voldoet aan de eisen van het Arbobesluit. Let op! Bovengenoemde gerichte vrijstelling is niet van toepassing als de arbovoorziening volledig of gedeeltelijk onder een cafetariaregeling valt. In dat geval vormt de voorziening belastbaar loon. Dit loon kan wel in de eventueel beschikbare vrije ruimte van de WKR worden ondergebracht.
1 november 2024
The body content of your post goes here. To edit this text, click on it and delete this default text and start typing your own or paste your own from a different source.
29 oktober 2024
The body content of your post goes here. To edit this text, click on it and delete this default text and start typing your own or paste your own from a different source.
Meer posts
Share by: