Aanpassingen in de regelgeving voor het inhuren van ZZP'ers per Januari 2025

16 oktober 2024

Aanpassingen in de regelgeving voor het inhuren van ZZP'ers per Januari 2025

Inleiding

Per 1 januari 2025 treedt een belangrijke verandering in werking die significant zal zijn voor vele bedrijven en organisaties binnen Nederland die ZZP'ers inzetten. De Belastingdienst zal vanaf deze datum de handhaving op de Wet DBA (Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie) intensiveren, met als doel het uitbannen van schijnzelfstandigheid. Deze ontwikkeling komt na jaren van relatieve stilstand, waarbij het moratorium op handhaving zorgde voor onzekerheid en inconsistente toepassing van de wet.

Achtergrond van de Wet DBA

De Wet DBA werd in 2016 geïntroduceerd om de vroegere Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) te vervangen. Deze wet legt zowel opdrachtgevers als zelfstandigen de verantwoordelijkheid op om te bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking. Echter, door controverses en uitdagingen in de toepassing werd de handhaving opgeschort, behalve in gevallen van opzettelijke misbruik. Met het opheffen van het handhavingsmoratorium in 2025, wordt deze verantwoordelijkheid weer actueel.

Wat Verandert er per 1 Januari 2025?

De opschorting van de handhaving, het zogenoemde handhavingsmoratorium, zal worden opgeheven. Dit houdt in dat de Belastingdienst weer actief zal controleren of de inzet van ZZP'ers niet de kenmerken van een loondienstverhouding vertoont. Schijnzelfstandigheid wordt dan actief bestreden, waarbij zowel opdrachtgevers als zelfstandigen risico lopen op naheffingen en boetes indien de arbeidsrelatie niet correct is ingericht.

Criteria voor Beoordeling van Arbeidsrelaties

De beoordeling of er sprake is van een dienstbetrekking volgt drie hoofdcriteria:

  1. Gezag: Kan de opdrachtgever bepalen hoe, wanneer, waar en met wie de ZZP'er werkt?
  2. Persoonlijke Arbeid: Is de ZZP'er verplicht de arbeid persoonlijk te verrichten?
  3. Beloning: Is er sprake van een verplichting om de verrichte arbeid te belonen?

Indien aan deze criteria wordt voldaan, kan er sprake zijn van een dienstbetrekking en niet van zelfstandig ondernemerschap.

Acties voor Opdrachtgevers

Opdrachtgevers doen er goed aan hun arbeidsrelaties te inventariseren:

  • Analyse van Overeenkomsten: Zijn huidige contracten met ZZP'ers in lijn met de Wet DBA?
  • Aanpassingen in Werkwijze: Mocht een dienstbetrekking waarschijnlijk zijn, kunnen aanpassingen noodzakelijk zijn of kan overwogen worden de ZZP'er in loondienst te nemen.
  • Juridisch Advies: Overleg met een specialist kan noodzakelijk zijn om aan de wettelijke vereisten te voldoen.

De Rol van het WEA Accountants & Adviseurs Naaldwijk

Als uw accountantskantoor bieden wij ondersteuning bij het navigeren door deze nieuwe regelgeving. Wij kunnen helpen met het beoordelen van contracten, adviseren over aanpassingen in de bedrijfsvoering, en ondersteunen bij het vaststellen van de feitelijke arbeidsrelatie.

Conclusie

Het is van cruciaal belang dat bedrijven die ZZP'ers inzetten, zich bewust zijn van de aankomende veranderingen en proactief maatregelen nemen om aan de nieuwe regelgeving te voldoen. Door samen te werken met een deskundig accountantskantoor kunnen risico's worden geminimaliseerd en kan worden gezorgd dat uw onderneming compliant blijft onder de veranderde wetgeving.

15 november 2024
Thuiswerkvergoeding Fiscaal bestaat er een belastingvrije thuiswerkvergoeding van momenteel € 2,35 per dag (2024). Vanaf 2025 wordt dit hoogstwaarschijnlijk € 2,40 per dag. Deze vergoeding is bedoeld voor de kosten die een werknemer maakt als hij thuiswerkt. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van verwarming, elektra en koffie. Reiskostenvergoeding Voor reiskosten van en naar het werk kunt u in 2024 ook een onbelaste vergoeding verstrekken en wel van maximaal € 0,23 per km. De hoogte van deze kilometervergoeding wordt voor 2025 niet aangepast. Een vergoeding voor thuiswerken kan samengaan met een vergoeding voor reiskosten in het kader van woon-werkverkeer. Let op! U mag op één dag echter maar één vergoeding onbelast verstrekken, dus óf voor thuiswerken óf voor reiskosten voor het woon-werkverkeer. Vaste vergoeding? Een vaste vergoeding voor thuiswerken en/of reizen naar het werk is voor u als werkgever administratief het makkelijkst. Dit mag wanneer de werknemer in een kalenderjaar ten minste 36 weken, gedurende vijf dagen per week reist tussen woon- en werkplaats. U kunt uw vergoedingen daarbij voor fulltimers dan baseren op 214 werkdagen per jaar. Werkt de werknemer maar een deel van het jaar, dan is de vergoeding 70% van de gewerkte volle werkweken. Let op! U moet de vergoedingen voor parttimers naar evenredigheid aanpassen. Ook als niet de hele week thuis wordt gewerkt of naar het werk wordt gereisd. Natuurlijk kunt u de vergoeding voor reiskosten en thuiswerken ook combineren. Voorbeeld (2025): Een werknemer woont 20 km van het werk, werkt vier dagen per week op kantoor en één dag per week thuis. U mag per jaar vergoeden 20 x 2 x 214 x 4/5 x € 0,23 = € 1.575,04 voor reiskosten en 214 x € 2,40 x 1/5 = € 102,72. In totaal dus € 1.677,76 per jaar, ofwel € 139,81 per maand. Overige vergoedingen thuiswerken U kunt een vergoeding geven voor de inrichting van een thuiswerkplek. Veel van deze kosten zijn onbelast. De kosten voor bijvoorbeeld een bureaustoel die voldoet aan arbonormen, een computer of een noodzakelijke telefoon vallen onder voorwaarden binnen de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling (WKR), waardoor er geen belasting over betaald hoeft te worden. Voor de thuiswerkplek gelden voor de volgende vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen binnen de WKR, de volgende gerichte vrijstellingen: arbovoorzieningen op grond van de wet; gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur als deze voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium. Bij verplichte arbovoorzieningen maakt het niet uit of u deze vergoedt, verstrekt of ter beschikking stelt, en of uw werknemer de voorziening op de werkplek gebruikt of niet. In al deze situaties geldt een gerichte vrijstelling die niet ten koste gaat van uw vrije ruimte. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een voetenbankje bij beeldschermwerk of aan een beeldschermbril. Als voldaan is aan de volgende voorwaarden, is de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen van toepassing: de werknemer gebruikt de voorzieningen geheel dan wel gedeeltelijk in de werkruimte; de werknemer betaalt geen eigen bijdrage voor die voorzieningen; de arbovoorzieningen hangen direct samen met de verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbowet en de inrichting van de werkruimte thuis voldoet aan de eisen van het Arbobesluit. Let op! Bovengenoemde gerichte vrijstelling is niet van toepassing als de arbovoorziening volledig of gedeeltelijk onder een cafetariaregeling valt. In dat geval vormt de voorziening belastbaar loon. Dit loon kan wel in de eventueel beschikbare vrije ruimte van de WKR worden ondergebracht.
1 november 2024
The body content of your post goes here. To edit this text, click on it and delete this default text and start typing your own or paste your own from a different source.
29 oktober 2024
The body content of your post goes here. To edit this text, click on it and delete this default text and start typing your own or paste your own from a different source.
Meer posts
Share by: