8. Verduurzaming en klimaat

20 september 2024

Het kabinet wil de beoogde klimaatambities voor 2030 en 2050 behalen, de innovatie in Nederland stimuleren en Nederland nog meer verduurzamen. Om dit te bereiken, is een aantal voorstellen gepresenteerd in het Belastingplan 2025. Hieronder staan de belangrijkste voorstellen voor u als ondernemer op een rij.

 

8.1     Verklaring voor MIA en VAMIL


Er komt een wijziging in het verwerkingsproces bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de Energie-investeringsaftrek (EIA), de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu bedrijfsmiddelen (Vamil).

 

Op dit moment geeft de RVO na aanmelding van een investering een advies aan de Belastingdienst als een bedrijfsmiddel wordt aangemeld voor een subsidie. Bij het opleggen van de belastingaanslag bepaalt de inspecteur vervolgens of de aftrekmogelijkheid wordt geaccepteerd. Dit proces wordt vereenvoudigd. De RVO geeft na een technische beoordeling direct een verklaring af als sprake is van een milieu-investering die in aanmerking komt voor de MIA/Vamil. Voorheen werden deze verklaringen alleen afgegeven voor de EIA.

 

Deze vereenvoudiging zorgt ervoor dat de bezwaar- en beroepsprocedure voortaan bij de RVO plaatsvindt.

 

8.2     Tijdelijke verlenging energiefonds


Voor huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen, wordt geld beschikbaar gesteld uit het energiefonds. In dit energiefonds wordt voor zowel 2025 als 2026 60 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld om huishoudens te ondersteunen.
 

8.3     Beëindiging salderingsregeling


Vanaf 2027 kunnen kleinverbruikers de ingevoerde elektriciteit (teruglevering), als elektriciteit opgewekt met zonnepanelen of uit andere hernieuwbare bronnen, niet meer salderen met de afgenomen elektriciteit. Ze ontvangen een redelijke vergoeding voor alle ingevoerde elektriciteit en betalen het volledige leveringstarief voor de afgenomen elektriciteit, inclusief energiebelasting en btw. De ACM ziet toe op de redelijkheid van deze vergoedingen.

 

8.4     Wijziging energiebelasting


De energiebelasting op aardgas tot een verbruik van 170.000 m3 wordt verlaagd met 2,8 cent per m3 in 2025, oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030. Zowel huishoudens als bedrijven profiteren van deze aanpassing in de tarieven.

 

8.5     Nieuw tarief voor waterstof


Energiebelasting is belasting die betaald moet worden voor het gebruik van gas en elektriciteit. De betalingen worden via de energieleverancier afgedragen aan de Belastingdienst. Op dit moment is er geen fiscale stimulans om waterstof te gebruiken, omdat het energetisch verbruik van waterstof en aardgas volgens hetzelfde tarief belast worden.
 
Om het waterstofgebruik te stimuleren, wordt per 1 januari 2026 het energetisch verbruik van waterstof belast met een lager tarief dan het tarief dat geldt voor energetisch verbruik van aardgas.
 

8.6     CO2-heffing glastuinbouw


Er wordt een nieuw vastgesteld tarief opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). Het bindingscriterium wordt vervangen door de eis dat ten minste 75% van de met aardgas opgewekte warmte direct of indirect naar één of meer glastuinbouwbedrijven wordt getransporteerd. Daarnaast wordt de aangiftetermijn voor de CO2-heffing glastuinbouw vastgesteld op minimaal drie maanden na het einde van het tijdvak waarover aangifte wordt gedaan.

 

8.7     Verlaging budget energie-investeringsaftrek (EIA)


Het budget van de energie-investeringsaftrek wordt verlaagd om de langzamere infasering van de CO2-heffing glastuinbouw te compenseren.

 

8.8     Afschaffing vrijstelling duaal verbruik in kolenbelasting


De vrijstellingen in de kolenbelasting voor duaal gebruik van kolen en non-energetisch gebruik van kolen, worden per 2027 afgeschaft. Daarmee wil het kabinet het kolengebruik in Nederland uitfaseren en tegelijk een budgettaire opbrengst genereren.

13 mei 2025
Belastingrente in strijd met evenredigheidsbeginsel Rechtbank Noord-Nederland oordeelde op 7 november 2024 dat de belastingrente die de Belastingdienst berekent over aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Naar aanleiding van deze uitspraak zijn veel bezwaarschriften tegen de belastingrente bij de Belastingdienst binnengekomen. Aanwijzing massaal bezwaar Daarom zijn vanaf 7 februari 2025 de bezwaren tegen de vanaf 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de Vpb aangewezen als massaal bezwaar. Dit gold echter nog niet voor de bezwaren tegen de in rekening gebrachte belastingrente voor de IB. Daar is met ingang van 8 mei 2025 verandering in gekomen. Vanaf die datum zijn ook de bezwaren tegen de vanaf 1 oktober 2020 in rekening gebracht belastingrente voor de IB en onder meer de erfbelasting, loonbelasting, dividendbelasting, omzetbelasting, overdrachtsbelasting en de bpm als massaal bezwaar aangewezen. Wat betekent dit? De aanwijzing als massaal bezwaar betekent dat de Belastingdienst nu nog geen uitspraak doet op deze bezwaren, maar deze aanhoudt. Als de diverse vragen over de belastingrente in de rechtspraak definitief zijn beantwoord, doet de Belastingdienst één gezamenlijke collectieve uitspraak op alle bezwaren. Wel tijdig bezwaar maken! U kunt bij deze massaalbezwaarprocedure aansluiten. Daarvoor moet u tijdig, dat wil zeggen binnen zes weken na dagtekening van de aanslag, bezwaar maken tegen de belastingrente. Let op: U kunt nu dus niet achteroverleunen en de gerechtelijke uitspraken afwachten, maar u moet bij een aanslag met belastingrente in actie komen!  Uitspraak bezwaar vóór 7 mei of 7 februari 2025? Maakte u bezwaar, maar deed de Belastingdienst al vóór 7 mei 2025 uitspraak op dit bezwaar? Dan valt u niet onder het massaal bezwaar. U moet dan in beroep bij de rechtbank om uw rechten veilig te stellen. Deze bepaling geldt voor de IB en onder meer de erfbelasting, loonbelasting, dividendbelasting, omzetbelasting, overdrachtsbelasting en de bpm. Let op: Voor de belastingrente op een aanslag Vpb geldt dat u niet onder het massaal bezwaar valt, als de Belastingdienst vóór 7 februari 2025 al uitspraak deed. Andere werkwijze bij voorlopige aanslagen Is op een voorlopige aanslag belastingrente berekend, dan geldt een andere – helaas omslachtige – werkwijze. Tegen de belastingrente op een voorlopige aanslag kunt u namelijk niet rechtstreeks in bezwaar. U moet eerst een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag indienen. De Belastingdienst wijst dit verzoek dan af en daartegen kunt u in bezwaar. Als dit bezwaar tijdig is gedaan, valt dit in de massaalbezwaarprocedure. Let op: U kunt niet volstaan met alleen een bezwaar tegen de definitieve aanslag waarmee de voorlopige aanslag verrekend wordt. De belastingrente, die berekend is op de voorlopige aanslag, loopt dan namelijk niet in het bezwaar mee. U moet daarom ook een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag doen én tegen de afwijzing daarvan bezwaar maken. Nog andere bezwaren? Zijn in uw bezwaar ook nog andere bezwaren opgenomen dan de belastingrente, dan doet de Belastingdienst op die andere bezwaren wel al een uitspraak. Wijst de Belastingdienst deze andere bezwaren (gedeeltelijk) af, dan kunt u daartegen in beroep bij de rechtbank. Tip: Heeft u vragen over uw situatie en wat u moet doen? Neem dan contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen u graag verder.
door duda-wsm 12 mei 2025
Na gesprekken met collega’s Mees, Wessel en Rick is het nu tijd om kennis te maken met Ilse, fiscalist bij WEA Naaldwijk. Met een brede glimlach en een scherp oog voor details vertelt ze over haar weg naar de fiscaliteit, haar passie voor het vak en hoe ze klanten helpt om fiscaal optimaal te presteren.
door duda-wsm 12 mei 2025
Bij WEA Naaldwijk draait een stage niet alleen om het schrijven van een scriptie. Je draait mee in een professioneel en tegelijk informeel team, om te ontdekken waar je talenten liggen, en om te proeven van een toekomst in de accountancy. Dat bewijst het verhaal van Mees, student business studies, die zich hier in korte tijd helemaal op zijn plek voelt.
Meer posts