2. Werkgever

20 september 2024

Ook voor werkgevers brengt het Belastingplan 2025 wijzigingen en gevolgen met zich mee. Van de terugdraaiing van de aanscherping van de 30%-regeling tot een gerichte vrijstelling voor ov-abonnementen. Lees hier waar u als werkgever op moet letten.

 

2.1     Gedeeltelijke terugdraaiing aanscherping 30%-regeling


De 30%-regeling is een belastingvoordeel voor expats. Deze regeling is in principe sinds 1 januari 2024 versoberd. Voorheen stond de regeling een belastingvrije vergoeding toe van maximaal 30% van het loon voor een periode van vijf jaar. Sinds 1 januari 2024 heeft de regeling een afbouwende structuur. In de eerste 20 maanden blijft de vergoeding 30%, gevolgd door 20% in de volgende 20 maanden en uiteindelijk 10% in de laatste 20 maanden. In de aanbiedingsbrief bij het Belastingplan 2025 is aangekondigd dat deze versobering weer wordt teruggedraaid. Het voorstel is om de maximale onbelaste vergoeding op een constant forfait van 27% te stellen per 1 januari 2027. In 2025 en 2026 geldt voor alle naar Nederland gekomen werknemers het percentage van 30.

 

Verder wordt de salarisnorm vanaf 2027 verhoogd van € 46.107 (bedrag in 2024) naar € 50.436. De salarisnorm voor naar Nederland gekomen werknemers jonger dan 30 jaar met een mastergraad wordt verhoogd van € 35.048 (bedrag in 2024) naar € 38.338.

 

Let op! Voor werknemers die al vóór 2024 de 30%-regeling toepasten, geldt gedurende de gehele looptijd het percentage van 30. Daarnaast blijft voor hen de oude (geïndexeerde) inkomensnorm gelden. Zij worden dus niet vanaf 2027 geconfronteerd met 27% en een hogere salarisnorm.

 

2.2    Inflatiecorrectie eindheffing bestelauto van de zaak


In Nederland wordt het privégebruik van een auto van de zaak belast met een bijtelling. Dit is een percentage van de cataloguswaarde van de auto, dat als extra inkomen wordt gezien en waarover u belasting moet betalen. De specifieke bijtelling hangt af van de CO2-uitstoot van de auto en de datum van eerste toelating.

 

Als werkgever kunt u de bijtelling afkopen voor een bestelbus die door meerdere werknemers wordt gebruikt voor het werk. Dit is een aantrekkelijke optie om de administratieve lasten en kosten voor uw werknemers te verminderen. Dit afkoopbedrag wordt vanaf 1 januari 2025 verhoogd van € 300 per jaar per bestelauto naar € 439 en vanaf 1 januari 2026 jaarlijks geïndexeerd.

 

2.3     Introductie voorheffing voor werknemers in dienst bij publiekrechtelijke rechtspersonen


Werknemers die in het buitenland werken voor een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, zoals een universiteit, zijn onder bepaalde omstandigheden belastingplichtig in Nederland voor inkomensheffingen. Dit betekent dat zij in Nederland belasting moeten betalen over hun inkomen, ondanks dat zij in het buitenland werken. Er wordt alleen geen Nederlandse loonbelasting ingehouden als voorheffing. Hierdoor zijn de werknemers zelf verantwoordelijk voor het aangeven en betalen van de verschuldigde belastingen. Om dit te voorkomen, wordt voor deze groep werknemers een voorheffing van loonbelasting geïntroduceerd.

 

2.4     Vervallen partiële buitenlandse belastingplicht voor expats


In Nederland biedt de partiële buitenlandse belastingplicht expats de mogelijkheid om bepaalde buitenlandse inkomsten en vermogen buiten de Nederlandse belastingheffing te houden. In de belastingplannen 2023 en 2024 is aangekondigd dat deze regeling per 1 januari 2025 vervalt. Wel is een overgangsregeling ingesteld: expats die al voor 1 januari 2024 gebruikmaken van deze faciliteit, kunnen tot en met 2026 blijven kiezen voor deze vorm van belastingplicht.

 

 

2.5     Belastinglek voor Belgische zeevarenden aangepakt


Heeft u zeevarende werknemers die in België wonen, maar voor u als Nederlandse werkgever werken? Dan vallen zij onder een specifieke fiscale regeling. Volgens de huidige wetgeving zijn zij niet belastingplichtig in Nederland voor de inkomstenbelasting. Dit betekent dat de in Nederland ingehouden loonbelasting niet standaard verrekend wordt met hun inkomstenbelasting. De Nederlandse belastinginspecteur heeft de bevoegdheid om de ingehouden loonbelasting te verrekenen via een beschikking (als dat nodig is), waartegen bezwaar mogelijk is.

 

Deze wet wordt nu aangepast. Nederland kan hierdoor zijn heffingsrecht uitoefenen. Dit kan zelfs als de werkzaamheden volledig buiten Nederland plaatsvinden, zolang het belastingverdrag het heffingsrecht exclusief aan Nederland toewijst. Deze aanpassing kan de fiscale positie veranderen van in België woonachtige zeevarenden die voor een Nederlandse werkgever werken.

 

2.6     Gerichte vrijstelling ov-abonnementen


De gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling voor ov-abonnementen is in 2024 verruimd om het reizen met het openbaar vervoer te stimuleren. Dit betekent dat u als werkgever ov-abonnementen aan uw werknemers kunt vergoeden, zonder dat u hierover loonheffing hoeft te betalen. Wat precies valt onder een ov-kaart en een ov-abonnement is nu verduidelijkt, net als de reikwijdte van deze gerichte vrijstelling.

 

2.7     Versnellen verhoging AWf (Algemeen Werkloosheidsfonds)


De AWf-premie is een premie die werkgevers betalen voor de Werkloosheidswet (WW). Deze premie kent een lage en een hoge variant, afhankelijk van het type arbeidscontract dat een werknemer heeft. De verhoging hiervan wordt versneld naar 2025. De oorspronkelijke planning was 2026.

 

2.8     Verhoging Aof-premie


De arbeidsongeschiktheidsfondspremie (Aof) wordt met circa 0,03 procentpunt verhoogd. Dit is bedoeld om de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid duurzaam te kunnen blijven financieren.

 

2.9     Introductie thuiswerkdrempel


De wet wordt aangepast zodat Nederland, ook bij aanpassing van belastingverdragen, het heffingsrecht over thuiswerkdagen kan effectueren, zelfs als de werkgever niet kwalificeert als inhoudingsplichtige volgens de Wet LB 1964. Dit is relevant in lopende onderhandelingen met Duitsland.


 

13 mei 2025
Belastingrente in strijd met evenredigheidsbeginsel Rechtbank Noord-Nederland oordeelde op 7 november 2024 dat de belastingrente die de Belastingdienst berekent over aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Naar aanleiding van deze uitspraak zijn veel bezwaarschriften tegen de belastingrente bij de Belastingdienst binnengekomen. Aanwijzing massaal bezwaar Daarom zijn vanaf 7 februari 2025 de bezwaren tegen de vanaf 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de Vpb aangewezen als massaal bezwaar. Dit gold echter nog niet voor de bezwaren tegen de in rekening gebrachte belastingrente voor de IB. Daar is met ingang van 8 mei 2025 verandering in gekomen. Vanaf die datum zijn ook de bezwaren tegen de vanaf 1 oktober 2020 in rekening gebracht belastingrente voor de IB en onder meer de erfbelasting, loonbelasting, dividendbelasting, omzetbelasting, overdrachtsbelasting en de bpm als massaal bezwaar aangewezen. Wat betekent dit? De aanwijzing als massaal bezwaar betekent dat de Belastingdienst nu nog geen uitspraak doet op deze bezwaren, maar deze aanhoudt. Als de diverse vragen over de belastingrente in de rechtspraak definitief zijn beantwoord, doet de Belastingdienst één gezamenlijke collectieve uitspraak op alle bezwaren. Wel tijdig bezwaar maken! U kunt bij deze massaalbezwaarprocedure aansluiten. Daarvoor moet u tijdig, dat wil zeggen binnen zes weken na dagtekening van de aanslag, bezwaar maken tegen de belastingrente. Let op: U kunt nu dus niet achteroverleunen en de gerechtelijke uitspraken afwachten, maar u moet bij een aanslag met belastingrente in actie komen!  Uitspraak bezwaar vóór 7 mei of 7 februari 2025? Maakte u bezwaar, maar deed de Belastingdienst al vóór 7 mei 2025 uitspraak op dit bezwaar? Dan valt u niet onder het massaal bezwaar. U moet dan in beroep bij de rechtbank om uw rechten veilig te stellen. Deze bepaling geldt voor de IB en onder meer de erfbelasting, loonbelasting, dividendbelasting, omzetbelasting, overdrachtsbelasting en de bpm. Let op: Voor de belastingrente op een aanslag Vpb geldt dat u niet onder het massaal bezwaar valt, als de Belastingdienst vóór 7 februari 2025 al uitspraak deed. Andere werkwijze bij voorlopige aanslagen Is op een voorlopige aanslag belastingrente berekend, dan geldt een andere – helaas omslachtige – werkwijze. Tegen de belastingrente op een voorlopige aanslag kunt u namelijk niet rechtstreeks in bezwaar. U moet eerst een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag indienen. De Belastingdienst wijst dit verzoek dan af en daartegen kunt u in bezwaar. Als dit bezwaar tijdig is gedaan, valt dit in de massaalbezwaarprocedure. Let op: U kunt niet volstaan met alleen een bezwaar tegen de definitieve aanslag waarmee de voorlopige aanslag verrekend wordt. De belastingrente, die berekend is op de voorlopige aanslag, loopt dan namelijk niet in het bezwaar mee. U moet daarom ook een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag doen én tegen de afwijzing daarvan bezwaar maken. Nog andere bezwaren? Zijn in uw bezwaar ook nog andere bezwaren opgenomen dan de belastingrente, dan doet de Belastingdienst op die andere bezwaren wel al een uitspraak. Wijst de Belastingdienst deze andere bezwaren (gedeeltelijk) af, dan kunt u daartegen in beroep bij de rechtbank. Tip: Heeft u vragen over uw situatie en wat u moet doen? Neem dan contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen u graag verder.
door duda-wsm 12 mei 2025
Na gesprekken met collega’s Mees, Wessel en Rick is het nu tijd om kennis te maken met Ilse, fiscalist bij WEA Naaldwijk. Met een brede glimlach en een scherp oog voor details vertelt ze over haar weg naar de fiscaliteit, haar passie voor het vak en hoe ze klanten helpt om fiscaal optimaal te presteren.
door duda-wsm 12 mei 2025
Bij WEA Naaldwijk draait een stage niet alleen om het schrijven van een scriptie. Je draait mee in een professioneel en tegelijk informeel team, om te ontdekken waar je talenten liggen, en om te proeven van een toekomst in de accountancy. Dat bewijst het verhaal van Mees, student business studies, die zich hier in korte tijd helemaal op zijn plek voelt.
Meer posts