Nieuwe regels afroming productierechten
Wilt u productierechten overdragen? Dan kunt u te maken krijgen met afroming. Vanaf 2025 geldt dit, naast fosfaatrechten, ook voor varkens- en pluimveerechten. Afroming kan plaatsvinden bij de overdracht van losse rechten, maar ook bij een bedrijfsoverdracht.
Afromingspercentages productierechten
Vanaf 2025 gelden de volgende afromingspercentages:
· Varkensrechten: 22%.
· Pluimveerechten: 13%.
· Fosfaatrechten: 30% (was 10%).
Niet altijd afroming, o.a. ’binnen familieverband’
Bij een overdracht van productierechten binnen familieverband vindt geen afroming plaats. Ook zijn er diverse uitzonderingen bij het leasen van rechten.
Afroming bij overdracht ‘losse’ overdrachten
Bij een overdracht van productierechten naar een ander bedrijf vindt, in de basis, afroming plaats. Echter in diverse situatie is er geen sprake van afroming.
Geen afroming binnen familieverband
Er is geen sprake van afroming bij een overdracht:
· Naar bloed- of aanverwanten t/m de derde graad.
· Naar een echtgenoot of geregistreerd partner.
Van een dergelijke relatie moet sprake zijn tussen tenminste één persoon in het oorspronkelijke bedrijf en tenminste één persoon in het bedrijf dat de rechten overneemt. Let op: bij een overdracht van of naar een BV vindt altijd afroming plaats ook al is er sprake van bloed- en aanverwantschap of echtgenoot/geregistreerd partner.
Geen afroming bij erfopvolging
Is er in uw situatie sprake van erfopvolging? Ook dan worden de rechten niet afgeroomd.
Heen- en teruglease binnen kalenderjaar
Bij een heen- en teruglease binnen hetzelfde kalenderjaar (kortdurende lease) wordt de teruglease niet afgeroomd. Deze systematiek gold al bij de overdracht van fosfaatrechten en geldt nu ook voor varkens- en pluimveerechten. Voorwaarde is dat geleasede rechten in hetzelfde jaar weer teruggaan naar de verleaser.
Jaarlijks heen- en teruglease dierrechten
Vindt de kortdurende lease meerdere keren/jaren plaats tussen dezelfde bedrijven? Dan wordt, onder voorwaarden, alleen de allereerste heenlease afgeroomd. Bij de overdrachten in de volgende jaren wordt niet afgeroomd. Dit geldt tot maximaal het aantal rechten dat overblijft na afroming van de eerste heenlease.
Deze systematiek geldt t/m 2029 en alleen bij heen- en teruglease van varkens- en pluimveerechten.
Voorbeeld varkensrechten
Bij eerste heenlease in 2025 worden 1.000 varkensrechten overgedragen. Na afroming (22%) gaan 780 rechten terug naar verleaser.
In 2026 worden tussen dezelfde partijen weer 1.000 varkensrechten verleasd. Alleen de eerste 780 rechten worden niet afgeroomd. De overige 220 worden afgeroomd met 22% (48 rechten). Aan het einde van het jaar gaan 952 (780 + 172) rechten terug naar de verleaser.
Afromingsvrije lease voor fosfaatrechten
De afromingsvrije lease van maximaal 100 kg blijft alleen voor fosfaatrechten gelden. Zowel bij de heen- als de teruglease wordt niet gekort.
Een afroming van rechten geldt nu ook bij de overdracht van varkens- en/of pluimveerechten. Ga bij een overdracht na of er sprake is van een afroming of van een uitzondering.
Stikstofnormen NV-gebieden fors verlaagd
In NV-gebieden zijn de stikstofnormen voor gewassen, vanaf dit jaar, 20% lager dan de standaard stikstofnormen. Dit betekent dat u op bedrijfsniveau moet rekenen met een fors lagere stikstoftotaalnorm. Hierdoor heeft u minder ruimte voor kunstmest.
Nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden)
Vanaf 2023 zijn, door heel Nederland, diverse gebieden aangewezen als ‘NV-gebied’. In ‘Mijn percelen’ van RVO kunt u nagaan of (een deel van) uw percelen in een NV-gebied liggen.
Korting stikstofnorm
Voor percelen in NV-gebieden gold in 2024 een korting van 5% op de stikstofnorm voor gewassen. Vanaf 2025 zijn deze stikstofnormen verder verlaagd naar 20%.
Ook in bepaalde grondwaterbeschermingsgebieden
In grondwaterbeschermingsgebieden op zand- en lössgrond in de provincies Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Overijssel en Utrecht was de korting al 10% in 2024. Dit zijn ook NV-gebieden. Ook in deze gebieden geldt nu een korting van 20% op de stikstofnorm.
Tabel op site RVO
De nieuwe stikstofnormen per gewas voor NV-gebieden kunt u vinden op de site van RVO (zie Tabel 2G ‘Stikstof landbouwgrond in NV-gebied’: https://www.rvo.nl/onderwerpen/mest/tabellen).
Heeft u percelen in een NV-gebied? Houd dan rekening met de fors lagere stikstofnormen voor uw gewassen.
Wijzigingen conditionaliteiten nu definitief
Wilt u GLB-subsidies ontvangen, zoals de basis- en ecopremie? Dan moet u aan bepaalde voorwaarden (conditionaliteiten) voldoen.
De minister heeft, na afstemming met ‘Brussel’, nog enkele extra aanpassingen doorgevoerd.
Hieronder staat een korte opsomming van de wijzigingen.
· Veengrond.
o Omzettingsverbod blijvend grasland.
o Maximale ploegdiepte op bouwland: 40 cm.
o Op alle veengronden voldoen aan het peilbesluit
· Bodembedekking.
o 80% van het bouwland op kleigrond moet tenminste 8 weken in de periode augustus t/m november bedekt zijn. Er geldt een uitzondering voor percelen met continuteelt op zware kleigrond in het Oldambt en de Hoeksche Waard.
· De verplichting van 4% niet-productief areaal (NPA) is vervallen.
· Blijvend grasland in Natura 2000-gebieden.
o Ploegen voor herinzaai is toegestaan, mits er sprake is van ‘beschadigd grasland’ en dit is geregeld in het provinciale natuurbeheerplan.
· Bufferstroken en gewasbeschermingsmiddelen
o Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op bufferstroken is, onder voorwaarden, toegestaan bij de bestrijding van Knolcyprus, Wilde haver en invasieve soorten.
· Sociale conditionaliteiten
o Voldoet u niet aan de regelgeving van o.a. ‘arbeidsovereenkomsten’ en ‘veilige werkomgeving’? Dan kan dit, naast een sanctie, ook leiden tot een korting op GLB-subsidies.
Heeft u vragen over de voorwaarden voor GLB-subsidies? Neem dan contact met ons op.
Afroming rechten bij bedrijfsoverdracht
De afroming is vanaf 2025 ook van toepassing bij bedrijfsoverdrachten. Nieuw is dat nu ook sprake kan zijn van een bedrijfsoverdracht als het KVK-nummer niet wijzigt. Dat is het geval als de ‘landbouwer’ wijzigt.
Wanneer wijzigt de landbouwer?
In de onderstaande situaties wijzigt de landbouwer en kan er sprake zijn van afroming.
· Overdracht van een bedrijf naar andere natuurlijke persoon of rechtspersoon.
· Wijziging van rechtsvorm, bijvoorbeeld van eenmanszaak naar maatschap of BV.
· Wijziging van de samenstelling van een samenwerkingsverband. Bijvoorbeeld het toe- of uitreden van maten of vennoten binnen een maatschap, vof of CV.
· Wijziging van (in)directe overwegende zeggenschap in een rechtspersoon. Bijvoorbeeld een wijziging van bestuur en/of aandeelhouders van een BV. Of een wijziging binnen een ‘moederonderneming’.
· Wijziging van (in)directe overwegende zeggenschap in een rechtspersoon die een onderdeel uitmaakt van een samenwerkingsverband. Bijvoorbeeld een
wijziging binnen een BV, die deel uitmaakt van een maatschap.
Vaker bedrijfsoverdracht, niet altijd afroming
Is in uw situatie sprake van een bedrijfsoverdracht? Dan is er ook sprake van een overdracht van productierechten (indien aanwezig). En dan kan er sprake zijn van afroming. Echter vaak is dat ook niet zo.
Geen afroming
Bij veel bedrijfsoverdrachten vindt geen afroming van productierechten plaats. Dit is o.a. het geval als er sprake is van een overdracht:
· Naar bloed- of aanverwanten t/m de derde graad.
· Naar een echtgenoot of geregistreerd partner.
· Naar een ander bedrijf waarvan de inbrenger ook deel van uitmaakt en zeggenschap heeft.
Bij een bedrijfsoverdracht van of naar een BV wordt ook naar de bloed- en aanverwantschap en echtgenoot/geregistreerd partner gekeken.
Heeft u te maken met een bepaalde (complexe) bedrijfsoverdracht? Laat u dan informeren over de ‘afromingsregels’.
Derogatie uiterlijk 28 februari aanvragen
Wil u dit jaar derogatie toepassen? Dan moet u uiterlijk 28 februari uw derogatievergunning aanvragen bij RVO. Derogatie is nodig voor de subsidie ‘Behoud grasland’.
Derogatienormen verder verlaagd
De derogatienormen (stikstofnormen) voor dierlijke mest zijn verder verlaagd:
· 190 kg stikstof per hectare in NV-gebieden.
· 200 kg stikstof per hectare in alle overige gebieden.
Aanvragen derogatievergunning en andere zaken
Dit jaar kunt u uw derogatievergunning aanvragen t/m 28 februari. Naast het aanvragen van derogatie moet u uiterlijk 28 februari:
· Geldige grondmonsters voor derogatie hebben, waarbij de monsternamedatum ligt in de periode van 1 februari 2021 t/m 28 februari 2025.
· Uw bemestingsplan gereed hebben.
Aanvraag subsidie ‘Behoud grasland’
Wilt u later dit jaar de subsidie ‘Behoud grasland’ aanvragen? Dan is het hebben van derogatie nagenoeg altijd een vereiste.
Provinciale subsidie productieve investeringen
In diverse provincies is nu een subsidieregeling op basis van een investeringslijst opengesteld. Voor een dergelijke subsidie is vaak veel belangstelling.
Subsidie voor diverse investeringen
Op basis van uitgebreide provinciale investeringslijsten kunnen (jonge) landbouwers subsidie aanvragen. De subsidie bedraagt:
· 40% voor landbouwers.
· 55% voor jonge landbouwers.
Provincies met openstelling
Op dit moment hebben de volgende provincies deze subsidie opengesteld: Flevoland (t/m 10 april), Noord-Holland (t/m 28 februari), Overijssel (t/m 14 maart), Utrecht (t/m 31 maart), Zeeland (t/m 28 februari) en Zuid-Holland (t/m 17 maart). De overige provincies hebben deze subsidie in 2024 al opengesteld. Mogelijk komt er dit jaar een nieuwe openstelling.
Heeft u interesse? Overleg dan met ons voor welke investeringen u in uw provincie subsidie kunt aanvragen en wat de exacte voorwaarden zijn.
Stikstof…
De afgelopen tijd zijn diverse ingrijpende uitspraken gedaan t.a.v. stikstof. De uitspraak in december over intern salderen en de recente uitspraak in de zaak van Greenpeace, waarbij de rechter stelt dat Nederland onvoldoende doet om de stikstofdoelen te halen. Het gevolg is dat zo ongeveer alles weer op ‘losse schroeven’ staat en het kabinet koortsachtig op zoek is naar mogelijke oplossingen.
Intern salderen
Bij intern salderen kunt u, bij een aanpassing of uitbreiding, gebruik maken van stikstofruimte die op uw bedrijf beschikbaar is. Stikstofruimte kan ontstaan door bijvoorbeeld een emissiearm systeem toe te passen. Voorheen had u geen natuurvergunning nodig als u, op basis van intern salderen, niet méér stikstofdepositie veroorzaakte.
Nu wel vergunning
Met de uitspraak in december heeft de rechter bepaald dat ook voor ‘intern salderen’ een vergunning nodig is. Dit geldt zelfs met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020! Dit geldt ook voor bedrijven met een ‘positieve weigering’. Daarnaast is vergunningverlening op basis van intern salderen ingewikkelder geworden. Voor veel bedrijven heeft dit een enorme impact.
Bij wijziging of uitbreiding altijd natuurvergunning
Wijzigt u uw bedrijf? Of breidt u uit in dieraantallen? Dan heeft u ‘altijd’ een natuurvergunning nodig. Vervolgens kan, onder andere op basis van intern salderen, bepaald worden of u een vergunning kunt krijgen. Deze regel geldt nu dus ook als u in het verleden op deze manier bent uitgebreid!
Regels aangescherpt
Bij het aanvragen van een natuurvergunning op basis van intern salderen zijn de regels verder aangescherpt. Zo wordt uw latente ruimte, als u geen eerdere natuurvergunning heeft, in bepaalde situaties geschrapt. Dit geldt als u bijvoorbeeld een stal (met milieuvergunning) structureel niet meer in gebruik heeft. Daarnaast kan het voorkomen dat u uw stikstofruimte (deels) niet kunt inzetten voor intern salderen als uw provincie deze stikstof nodig heeft voor behoud en herstel van natuur. Dit moet de provincie beoordelen.
Beleidsregels provincies
Voor deze beoordeling zullen de provincies (eigen) beleidsregels voor intern salderen moeten opstellen. De grote vraag is nu echter wel wie het eerst aan zet is. De provincie of het kabinet?
Bemestingsplan ook voor bedrijven zonder derogatie
Voor derogatiebedrijven is het al langer verplicht om een bemestingsplan op te stellen. Vanaf 2023 geldt dit ook voor niet-derogatiebedrijven, dus ook voor u als tuinder of akkerbouwer. Heeft u geen derogatie? Dan moet u uiterlijk 14 maart uw bemestingsplan opstellen en in uw administratie bewaren.
Milieulijst voor Vamil en MIA
Onlangs is de ‘Milieulijst 2025’ gepubliceerd. Investeert u in bedrijfsmiddelen die op de ‘Milieulijst 2025’ staan? Dan kunt u fiscaal voordeel behalen middels Vamil en/of MIA. In de Milieulijst zijn ook ‘Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV)-stallen’ opgenomen.
Lagere stikstofexcretie melkkoeien
De stikstofexcretie (uitscheiding stikstof) bij zowel drijfmest als vaste mest is verlaagd bij bijna alle melkproductieniveaus. Houdt u melkkoeien op drijfmest, dan is de verlaging meestal 2-5%. Alleen bij de laagste melkproductieklasse (< 5.625 kg melk) en een lager ureumgehalte stijgt de stikstofexcretie bij drijfmest. Heeft u een systeem met vaste mest, dan is de verlaging zelfs 17-22%.
Verlenging ‘vrijstelling bovengronds uitrijden’
De ‘Vrijstellingsregeling voor bovengronds aanwenden van rundveedrijfmest’ is verlengd t/m 2025. Er gelden diverse voorwaarden. Heeft u interesse? Meld u zich dan uiterlijk 28 februari bij RVO.
Vanaf 16 februari
• Uitrijden drijfmest op grasland
• Uitrijden drijfmest op bouwland bij vroege teelt (vooraf ‘vroege teelt’ opnemen in ‘Mijn percelen’)
• Bovengronds aanwenden rundveedrijfmest (vooraf melden voor vrijstelling bij RVO)
Uiterlijk 28 februari
• Aanvragen derogatievergunning
• Opstellen bemestingsplan ‘derogatie’
• Bemonstering grondmonsters voor derogatie
Uiterlijk 14 maart
• Bemestingsplan niet-derogatiebedrijven
Vanaf 16 maart
Uitrijden drijfmest op bouwland bij ‘overige teelten’
0174 63 02 41
Stokdijkkade 16
2671GW Naaldwijk
Bedankt voor de aanmelding. Je bent nu aangemeld voor de nieuwsbrief.
Alle rechten voorbehouden | Wea Accountants & Adviseurs Naaldwijk
Website gebouwd door Upstream Marketing