AgroActualiteiten

13 december 2024

Ecoregeling: gelijk bouwplan, andere uitkomst


 

Vanaf 2025 gelden voor de GLB-ecoregeling een beperkt aantal wijzigingen. Echter dit kan voor uw bedrijf toch (grote) gevolgen hebben. Ook als uw bouwplan 2025 vergelijkbaar is met die van dit jaar. Het is verstandig om de ecoregeling door te rekenen met uw beoogde bouwplan voor 2025.


Systeem niet gewijzigd

Ook in 2025 moet u bepalen of u aan de ‘instapeis’ voldoet. Hiervoor moet u op een vijftal thema’s voldoende punten scoren. Daarna kunt u bepalen in welke klasse u terecht kunt komen (‘Brons’, ‘Zilver’ of ‘Goud’). Dit is mede afhankelijk van de ‘waarde’ van de eco-activiteiten die u uitvoert. De benodigde punten en benodigde waarde voor de verschillende klassen blijft in 2025 gelijk. 


Nieuwe en vervallen eco-activiteiten

Vanaf 2025 kunt u, als dit past binnen uw bedrijf, kiezen voor de nieuwe eco-activiteiten ‘Tagetes als aaltjesbestrijding’ en ‘Voedselbos’. De eco-activiteit ‘Vroeg ras rooien (uiterlijk 31 oktober)’ vervalt. De eco-activiteit ‘Meerjarige teelt’ heet voortaan ‘Verlengde teelt’.


Eco-activiteit ‘Tagetes als aaltjesbestrijding’

Bij deze eco-activiteit gelden o.a. de volgende voorwaarden:

·        U teelt uitsluitend ‘Tagetes patula’ als hoofdteelt.

·        De teelt duurt tenminste drie maanden.

·        Het perceel was voorgaand jaar geen blijvend grasland.

·        U gebruikt minimaal de aanbevolen hoeveelheid zaaizaad.

U kunt rekenen met een waarde van € 1.448/ha (Regio 1) of € 1.675/ha (Regio 2).


Eco-activiteit ‘Voedselbos’

Hiervoor gelden o.a. de volgende voorwaarden:

·        Het voedselbos bevat minimaal drie verticale vegetatielagen.
·        Het perceel is minimaal 0,5 ha.

·        Per hectare staan minimaal 15 verschillende soorten bomen en struiken.

·        De bomen en struiken produceren eetbare producten.

U kunt rekenen met een waarde van € 2.868/ha (Regio 1) of € 3.961/ha (Regio 2).


Fors minder punten voor Biodiversiteit

Het aantal punten voor ‘Biodiversiteit’ is fors verlaagd bij:

·        ‘Overig houtige elementen’ (van 60 naar 40)

·        ‘Kruidenrijke bufferstroken’ (van 60 naar 20).


Hierdoor is het lastiger om voldoende punten te scoren op dit thema. Daarnaast zijn er aanpassingen in de punten bij ‘Precisiebemesting’ en ‘Precisiegewasbescherming’.


Wijzigingen voorwaarden eco-activiteiten

Bij enkele eco-activiteiten zijn de voorwaarden aangepast:

·        ‘Groenbedekking’: het gewas mag in de verplichte teeltperiode wel doodvriezen.

·        ‘Strokenteelt’: minimaal vier verschillende gewassen (was vijf).

·        ‘Stikstofbindend gewas’: niet telen na blijvend grasland in voorgaande jaar.

·        ‘Biologische bestrijding’: nu ook o.a. roofmijten, sluipwespen in te zetten.


Wijzigingen toegestane gewassen

Voor de eco-activiteiten ‘Rustgewas’, ‘Verlengde teelt’, ‘Stikstofbindend gewas’, ‘Groenbedekking’ en ‘Onderzaai vanggewas’ zijn enkele gewassen verwijderd of toegevoegd. Zo is bijvoorbeeld op de lijst ‘Groenbemesters/vanggewassen’ wintertarwe en wintergerst toegevoegd. Miscanthus is niet meer in te zetten voor ‘Verlengde teelt’.


Bepaal of de ecoregeling 2025 haalbaar en interessant is. Neem voor alle details contact op met uw adviseur.


 

GLB 2025: forse verzwaring bij veengronden


 Voor het ontvangen van GLB-subsidies moet u aan de conditionaliteiten (o.a. GLMC’s) voldoen. Bij het onderdeel ‘Bescherming van veengronden’ (GLMC 2) worden de voorwaarden vanaf 2025 fors aangescherpt.


Uitbreiding naar alle veengronden

De voorwaarden van GLMC 2 gaan gelden voor alle veengronden in Nederland. Voor de definitie van veengrond wordt verwezen naar de ‘Meststoffenwet’. Is uw perceel voor ‘mest’ als veengrond aangewezen, dan geldt dit ook voor het GLB.


Blijvend grasland niet meer omzetten

Vanaf 2025 mag u, als u GLB-subsidie aanvraagt, uw blijvend grasland op veengrond niet meer omzetten naar bouwland of blijvende teelt. 


Voldoen aan peilbesluit

Vanaf 2025 moet bij alle percelen veengrond worden voldaan aan het peilbesluit. T/m 2024 geldt dit alleen voor kustvlakteveen. Praktisch is dit geen verzwaring omdat u, vanuit andere regelgeving, al moet voldoen aan het peilbesluit.


Ploegdiepte

Op bouwland mag u veengrond vanaf 2025 maximaal 40 cm diep ploegen. Dit zal meestal geen belemmering zijn.


Voldoende voor Europese Commissie?

De minister heeft aangegeven dat het nog niet duidelijk is of de Europese Commissie deze aanpassingen voldoende vindt.


De regels voor veengronden zijn nog niet helemaal definitief. Wij houden de ontwikkelingen in de gaten.


 


Versoepelingen bij overige conditionaliteiten



Bij een drietal onderdelen van de conditionaliteiten geldt een versoepeling van de voorwaarden. Vooral het vervallen van de eis ‘4% Niet-productief areaal’ is voor de veel bedrijven gunstig.


Vervallen ‘4% niet-productief areaal’

Vanaf 2025 hoeft u niet meer te voldoen aan de eis om 4% van uw bouwland als ‘niet-productief’ aan te leggen. Deze voorwaarde was al versoepeld in 2023 en 2024, maar komt per 2025 helemaal te vervallen.


Sloten en landschapselementen wel opgeven

U blijft wel verplicht om uw subsidiabele sloten en landschapselementen op te geven bij de Gecombineerde opgave. 
 

Bodembedekking op klei in najaar

U bent, op zware kleigrond, niet meer verplicht om uw bouwland, in de periode van 1 augustus t/m 30 november, tenminste 8 weken bedekt te houden.


Ploegen blijvend grasland in Natura 2000-gebied

Vanaf 2025 mag u, onder voorwaarden, beschadigd grasland in Natura 2000-gebieden omploegen/vernietigen voor herinzaai. Dit geldt zowel voor Habitatrichtlijn- als Vogelrichtlijngebieden. Dit moet wel zijn toegestaan binnen het provinciale Natuurbeheerplan.


Het voldoen aan de conditionaliteiten is van belang om een korting op uw GLB-subsidies te voorkomen


 

Uitbetaling GLB-subsidies 2024



Onlangs zijn de voorlopige tarieven voor de GLB-subsidies bekend gemaakt. RVO start met de uitbetaling 2024 op basis van deze voorlopige tarieven. In 2025 worden de definitieve tarieven vastgesteld.


Voorlopige tarieven

De voorlopige tarieven zijn:

·        Basispremie per ha: € 245,25 voor de eerste 40 ha, € 193 voor de overige hectares.

·        Ecopremie per ha: ‘Brons’ € 60, ‘Zilver’ € 100 en ‘Goud’ € 200.

·        Toeslag jonge landbouwers: € 2.800 per aanvrager.

·        Zeldzame rassen: € 200 per GVE.

Naar verwachting zullen de definitieve tarieven niet veel afwijken.


Uitbetaling en correctie

De ecopremie ontvangt u in twee delen: een compensatiebedrag (€ 32,50/ha) en de hierboven vermelde ecopremie minus het compensatiebedrag. Het compensatiebedrag wordt uitbetaald in de maanden november-december 2024. Mogelijk heeft u dit al ontvangen. Het restant van de ecopremie wordt in 2025 uitbetaald. De voorlopige basispremie wordt uitbetaald vanaf begin december. Nadat de definitieve tarieven zijn vastgesteld (eerste kwartaal 2025) ontvangt u mogelijk een correctie op de voorlopige uitbetaling.


Brieven van RVO

Voor de uitbetaling van GLB-subsidies ontvangt u een (digitale) brief van RVO. De kans is groot dat u meerdere uitbetalingen, en dus meerdere brieven, ontvangt. Ontvangt u een ‘Beslissing uitbetaling GLB-subsidies’? Dan kun u, indien nodig, bewaar maken. Deze mogelijkheid is dan in de brief opgenomen.


Controleer de beslissing op uw GLB-subsidie(s) goed. Maak zo nodig tijdig bezwaar. Wij zijn u graag van dienst.


 


Basispremie 2025 lager, ecopremie gelijk



Door een lager budget zal de basispremie in 2025 lager zijn dan in 2024. De exacte hoogte is afhankelijk van het aantal bedrijven dat in 2025 aan de ecoregeling deelneemt.


Hoger budget voor ecopremie nodig

Bij een gelijkblijvende deelname aan de ecoregeling zal het budget voor de ecopremie ook in 2025 ontoereikend zijn. Of hiervoor extra budget komt is maar de vraag. Als dat budget er niet komt dan zal er geld van de basispremie overgeheveld worden naar de ecoregeling. Dit heeft te maken met de doelstelling om de ecopremie zo maximaal mogelijk te houden. De basispremie zal dan (nog) lager uitvallen.


Geschatte hoogte basis- en ecopremie

Bij de genoemde uitgangspunten wordt de basispremie per ha: circa € 200 voor de eerste 40 ha en circa € 160 voor de overige hectares. De ecopremie is dan opnieuw € 60, € 100, € 200 voor respectievelijk ‘Brons’, ‘Zilver’ en ‘Goud’.


Extra nationaal budget voor ecoregeling?

Als in 2025 opnieuw nationaal budget voor de ecopremie beschikbaar wordt gesteld, dan hoeft minder budget voor de basispremie overgeheveld te worden. De basispremie zal dan ca. € 25 hoger uitkomen.


Als in 2025 geen nationaal budget beschikbaar komt, wordt de basispremie fors verlaagd. De genoemde bedragen zijn een indicatie.


 

Subsidie vrijwillige verplaatsing piekbelaster



Bent u een ‘piekbelaster’ in het kader van de stikstofproblematiek? En overweegt u om uw bedrijf te verplaatsen? Dan kunt u wellicht gebruik maken van deze subsidieregeling.


Doelgroep

De subsidie is bedoeld voor bedrijven, met een ‘stikstofvracht’ op overbelaste Natura 2000-gebieden van in totaal tenminste 2.500 mol/jaar (piekbelaster), die mogelijk willen verplaatsen binnen Nederland of naar een andere lidstaat van de EU. 


Twee modules

De subsidieregeling bestaat uit twee modules.


Module ‘Haalbaarheidsonderzoek’

Binnen deze module kunt u 95% subsidie ontvangen voor onderzoek naar de vraag of verplaatsing haalbaar is. Het gaat om onderzoek naar een nieuwe locatie en de financiële en fiscale mogelijkheden. Ook kunt u diverse taxaties laten uitvoeren. U kunt deze subsidie aanvragen in de periode 2 december 2024 t/m 30 mei 2025. Het is geen voorwaarde dat u, na ontvangen van deze subsidie, uw bedrijf op enig moment daadwerkelijk verplaatst.


Module ‘bedrijfsverplaatsing’

Deze subsidie kunt u aanvragen als u daadwerkelijk gaat verplaatsen. De subsidie bedraagt tot 100% van de subsidiabele kosten. U kunt o.a. subsidie aanvragen voor demonteer-/verhuis-/opbouwkosten of voor het overnemen van bestaande gebouwen op de nieuwe locatie. Ook kunt u subsidie krijgen voor sloopkosten, modernisering van gebouwen en advieskosten. U kunt deze subsidie aanvragen in de periode 6 januari 2025 t/m 30 november 2027.


Denkt u aan verplaatsing van uw bedrijf? Neem dan contact met ons op, zodat we de mogelijkheden kunnen bespreken.


 


Acties ‘mest’ richting einde jaar


Nu het einde van het jaar nadert is het goed om een voorlopige gebruiksnormenberekening te maken. Op basis van deze berekening kunt u bepalen of acties zinvol zijn. Daarnaast moet u letten op andere ‘mestzaken’.


Voorlopige gebruiksnormenberekening

Voor uw gebruiksnormenberekening heeft u o.a. de eindvoorraden mest nodig. Deze moet u op 31 december bepalen. Voor de voorlopige berekening kunt u deze inschatten. De definitief vastgestelde mestvoorraden gebruikt u voor uw ‘Aanvullende gegevens’. Begin 2025 moeten alle bedrijven de ‘Aanvullende gegevens’ indienen.


Acties op basis van voorlopige berekening

Bent u akkerbouwer en verwacht u een fosfaatoverschot? Dan kunt u zich aanmelden voor de ‘fosfaatverrekening’. Heeft u extra fosfaatruimte nodig? Dan kunt u nagaan of u een hogere fosfaatnorm voor ‘bouwland fosfaattoestand hoog’ kunt toepassen.

Als veehouder kunt u, o.a. op basis van de productiegegevens en fosfaatruimte, bepalen of u voldoende mest heeft laten verwerken.


Melden overdrachten productierechten

Heeft u voor dit jaar nog rechten nodig (koop of lease)? Dan moet u dit melden bij RVO. Let erop dat mogelijk binnenkort bij een overdracht van dierrechten naar ‘derden’ afroming plaatsvindt en voor fosfaatrechten een hoger afroming geldt.


Begin tijdig met uw prognose, zodat u meldingen tijdig kunt doorgeven.


 

 Kort nieuws


Pilot mineralenconcentraat verlengd

De pilot mineralenconcentraat is met één jaar verlengd. Hierdoor geldt de pilot ook voor 2025. Wilt u als afnemer van mineralenconcentraat voor het eerst deelnemen aan deze pilot? Dan moet u uw bedrijf voor de aanvoer van de eerste vracht aanmelden bij RVO. Ook heeft u dan een schriftelijke overeenkomst van de producent nodig.


Nieuwe pilot ‘urine als kunstmest’

In de periode 2025 t/m 2029 gaat de pilot ‘Urine als kunstmestvervanger’ lopen. Bedrijven met één van onderstaande staltechnieken komen hiervoor in aanmerking:

·        Lely Sphere.

·        Hanskamp CowToilet.

·        Hanskamp VrijlevenStal.

 

Er is ruimte voor maximaal 100 bedrijven. Aanmelden is, voor 2025, niet meer mogelijk.

 

Afromingspercentages aangepast.

De eerder aangekondigde afroming bij de overdracht van dierrechten is door de Eerste Kamer aangenomen. De afromingspercentages zijn iets verlaagd: varkensrechten van 25% naar 22%, pluimveerechten van 15% naar 13%. Het afromingspercentage voor fosfaatrechten blijft zoals eerder voorgesteld: 30%. Het is, op het moment van schrijven, nog niet bekend of de afromingspercentages per 1 januari 2025 in gaan of al eerder.

 


Agenda


Uiterlijk 31 december

•     Aanmelden fosfaatverrekening

•     Aanmelden ‘hoger fosfaatnorm bouwland’

•     Melden ‘mestverwerking’ (VVO, DPO)

•     Melden overdracht productierechten 2024

31 december

•     Vaststellen eindvoorraden meststoffen

Uiterlijk 31 januari 2025

•     Aanvullende gegevens voor alle bedrijven

•     Aanvraag derogatievergunning

•     Nieuwe derogatiemonsters

•     Bemestingsplan derogatiebedrijven

Uiterlijk 14 februari

•     Bemestingsplan niet derogatiebedrijven

   

 

 Over ons

Wij verzorgen boekhouding, belastingaangifte en financieel advies voor ondernemers in het MKB en de agrarische sector, maar ook voor particulieren.

Heeft u behoefte aan een persoonlijke adviseur die dicht bij u staat, uw behoeften begrijpt en met u meedenkt? Kijk  hieronder voor onze contactgegevens.

 

 

WEA Accountants & Adviseurs kan niet garanderen dat deze informatie te allen tijde actueel en compleet is. WEA aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat naar aanleiding van het raadplegen van deze nieuwsbrief. Raadpleeg altijd eerst uw adviseur voordat u tot actie overgaat.

     

 

4 juli 2025
Aankondiging maatregelen 8 e Actieprogramma Onlangs zijn de hoofdlijnen van het 8 e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (8 e AP) bekend gemaakt. Het 8 e AP is een belangrijke basis voor de mestregels voor de periode 2026 t/m 2029 en daardoor ook voor u van belang. Doel en procedure 8 e AP Iedere EU-lidstaat moet, met een Actieprogramma Nitraatrichtlijn, aangeven welke maatregelen genomen worden om de waterkwaliteit verder te verbeteren. Het 8 e AP gaat over de periode 2026 t/m 2029 en moet voor 1 januari 2026 definitief zijn. Niet alle maatregelen zullen direct ingaan. De aangekondigde maatregelen zijn pas van toepassing als deze in Nederlandse wet- en regelgeving zijn opgenomen. Insteek minister van LVVN De minister wil de huidige maatregelen uit het 7 e AP en de derogatiebeschikking voortzetten. Dit betekent voor u dat de meeste huidige ‘mestregels’ van toepassing blijven. De minister geeft daarnaast aan dat aanvullende (generieke) maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteit verder te verbeteren. Is de waterkwaliteit in uw gebied in orde? Dan kunt u te maken krijgen met versoepelingen. Echter, dit zal vooralsnog beperkt zijn. Voorgestelde (generieke) maatregelen Zoals aangegeven blijven de meeste (generieke) maatregelen voor u van toepassing. De minister heeft onlangs enkele specifieke maatregelen benoemd. Bufferstroken De verplichte bufferstroken blijven van toepassing. Ligt uw bedrijf in een gebied met klei of veen? En is de waterkwaliteit goed? Dan wordt de verplichte bufferstrook mogelijk 1 meter (i.p.v. standaard 3 meter). Rustgewassen Op de zandgronden ‘noord’ en ‘midden’ blijft, vanuit de mestregels, de 1:4-teelt van rustgewassen gelden. Heeft u een bedrijf in het zuidelijk zandgebied of op löss? Dan moet u waarschijnlijk rustgewassen telen volgens een 1:3-teelt. Misschien dat u ook kunt kiezen voor een 2:6-teelt. Waarschijnlijk mag u dan, binnen een periode van 6 jaar, zelf kiezen in welke twee jaar u het rustgewas teelt. De regel is dan iets soepeler, maar nog steeds een flinke aanscherping van de 1:4-eis. Stikstofgebruiksnorm Bepaalde stikstofgebruiksnormen worden verlaagd. De aanpassingen worden afhankelijk van de grondsoort, het gewas en de waterkwaliteit. Heeft u een bedrijf in het zuidelijk zandgebied of op löss? En past u graslandvernietiging toe? Dat wordt de stikstofnorm van het opvolgende gewas waarschijnlijk afhankelijk van de aanwezige hoeveelheid stikstof in de bodem. Fosfaatgebruiksnorm U kunt met een aanscherping van de fosfaatnorm te maken krijgen als uw bedrijf in een gebied ligt waar de fosfaatnorm van het oppervlaktewater nog niet gehaald wordt. Ook kan het zijn dat u infiltratiegreppels aan moet leggen om afspoeling van fosfaat te voorkomen. Dit laatste geldt dan waarschijnlijk bij de teelt van bepaalde gewassen op bouwland. Vanggewas na mais op alle klei- een veengrond Het plan is om de verplichting voor de teelt van een vanggewas na mais verder uit te breiden naar alle klei- en veengronden. Op klei/veen geldt deze verplichting op dit moment alleen als u derogatie heeft en het perceel in een NV-gebied ligt. Behoud grasland Grasland heeft t.o.v. bouwland een positief effect op de waterkwaliteit. Het voornemen is dan ook om maatregelen te nemen om het areaal grasland te behouden. Op dit moment is nog niet bekend hoe dit wordt uitgewerkt. Ongetwijfeld bent u benieuwd welke maatregelen voor u gaan gelden. Houdt de berichtgeving goed in de gaten. Start doelsturing in 8 e Actieprogramma De minister en de sector willen op termijn naar een systeem op basis van doelsturing. Het is de bedoeling dat in het 8 e AP de eerste stappen worden gezet voor doelsturing op het gebied van de waterkwaliteit. Systeem doelsturing Met doelsturing is het de bedoeling dat u op uw bedrijf aan (bedrijfsspecifieke) doelen voldoet op het gebied van bijvoorbeeld mineralenverliezen, waterkwaliteit en/of ammoniakemissie. U bepaalt, binnen kaders, zelf welke maatregelen u neemt om deze doelen te bereiken. Bij een goed werkend systeem en goede resultaten kunnen (generieke) maatregelen verminderen. Doelsturing binnen het 8 e AP Binnen het 8 e AP is het de bedoeling dat een aantal bedrijven vrijwillig kunnen deelnemen aan doelsturing op bedrijfsniveau, dat gericht is op het verbeteren van de waterkwaliteit van het grondwater. Het gaat hierbij om doelsturing bij de teelt van gewassen. Alternatief systeem kan leiden tot minder generieke maatregelen Met dit alternatieve systeem moet u uw keuzes, bijvoorbeeld het bemestingsniveau, onder andere baseren op N-mineraalmetingen en het stikstofbodemoverschot. Als u hiermee bepaalde resultaten haalt, kunnen in 2029 enkele generieke maatregelen voor u wellicht vervallen. Dit systeem van doelsturing moet nog verder worden uitgewerkt. Heeft u interesse in doelsturing? Houd de verdere ontwikkelingen in de gaten. Eerste uitwerking ‘van het stikstofslot af’ De stikstofproblematiek in Nederland is al jaren enorm groot. Onlangs heeft de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel haar eerste plannen, om Nederland van het stikstofstofslot te halen, bekend gemaakt. Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel Het kabinet heeft begin dit jaar deze commissie aangesteld. De commissie bestaat uit diverse ministers en staatssecretarissen van het huidige kabinet. Aanpak via vier sporen De commissie heeft in haar eerste plannen gekozen voor een ‘viersporenaanpak’. De aanpak, en de maatregelen die hieruit volgen, moeten nog verder worden uitgewerkt. De vier sporen zijn: · Spoor 1: aanpassing van het vergunningenstelsel. · Spoor 2: maatregelenpakket natuurbehoud en -herstel. · Spoor 3: impact van uitspraken (intern salderen). · Spoor 4: inzet op Europees niveau. Maatregelen landbouwsector Vooral binnen ‘spoor 2’ worden maatregelen voor de landbouwsector genoemd, zoals: · Vrijwillige extensiveringsregeling melkveehouderij. · Nieuwe vrijwillige beëindigingsregeling. · Verdere ontwikkeling doelsturing. · Regionale aanpak, zoals het instellen van een zone (250 meter) rondom de natuurgebieden de Veluwe en de Peel, waarvoor extra opgaven gaan gelden. · Extra budget voor Agrarisch natuurbeheer voor gebieden ‘met de hoogste prioriteit’. Nadere besluitvorming in augustus 2025 De commissie werkt de komende maanden de vergunningssystematiek en de maatregelen verder uit. In augustus worden vervolgbesluiten genomen. Ook komt er dan meer duidelijkheid over de financiering van de maatregelen. Daarnaast worden dan de benodigde wijzigingen in wet- en regelgeving in gang gezet. Wilt u eens sparren over ‘stikstof’ en de eventuele gevolgen/mogelijkheden voor uw bedrijf? Neem dan contact met ons op. Vanaf 2026 controle gewasrotatie-eis GLMC 7 Vanaf 2026 zullen veel bedrijven te maken hebben met de gewasrotatie-eis uit het GLB. Dit geldt ook voor huidige derogatiebedrijven die vanaf 2026 grasland omzetten in bouwland en daardoor onder de 75% gras komen. Gewasrotatie-eis GLMC 7 Als u GLB-subsidies wilt ontvangen moet u aan de conditionaliteiten voldoen, zoals de gewasrotatie-eis vanuit GLMC 7. Hiervoor moet u aan de volgende voorwaarden voldoen: · Op minimaal 1/3 van uw bouwland moet u, op bedrijfsniveau, jaarlijks een ander gewas (andere gewascode) telen dan in het voorgaande jaar. Dit mag u ook invullen met een volgteelt na de hoofdteelt, mits u de volgteelt laat staan tot de hoofdteelt in het opvolgende jaar. · Op ieder perceel bouwland moet u ieder vierde jaar een ander gewas (andere gewascode) als hoofdteelt telen. Heeft u meer dan ‘75% gras’? Dan bent u vrijgesteld van bovenstaande twee voorwaarden. Rustgewas op zand- en lössgrond blijft verplicht Heeft u percelen op zand- of lössgrond? Dan moet u ook voldoen aan de rustgewasverplichting vanuit de ‘mestwetgeving’. Vanaf 2026 controle op andere hoofdteelt Voor de voorwaarde ‘op ieder perceel bouwland ieder vierde jaar een ander gewas (gewascode) als hoofdteelt’ kijkt RVO naar de afgelopen drie jaar. Of u in die drie jaar een vrijstelling heeft gehad of het perceel uit gebruik heeft gegeven maakt geen verschil. Gewascode is ander gewas Als in 2023 t/m 2025 op een perceel altijd hetzelfde gewas is geteeld, dan moet u in 2026 een ander gewas (gewascode) telen. De gewascode is leidend. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld i.p.v. snijmais (gewascode 259) MKS (gewascode 1935) telen. Let op dat de uitgevoerde teelt en de registratie aansluiten op de daadwerkelijke situatie. Aantal gewassen vrijgesteld De volgende gewassen zijn vrijgesteld van de rotatieplicht: gras, kruidachtige voedergewassen, bepaalde meerjarige teelten en braak. Deze gewassen mag u wel vier jaar achter elkaar telen. Aandachtspunt derogatiebedrijven In 2026 is derogatie niet meer van toepassing. Heeft u nu derogatie en wilt u vanaf 2026 grasland omzetten naar bouwland en komt u hierdoor onder de 75% grasland? Dan is de vrijstelling voor GLMC 7 niet meer van toepassing. Door de gewasrotatie-eis is continuteelt van bijvoorbeeld snijmais niet meer mogelijk. Heeft u nu derogatie? Let op uw vrijstelling als u in 2026 grasland wil omzetten. Ondersteuning schapensector De schapensector heeft het financieel zwaar. Aangezien de schapenhouderij een belangrijke publieke waarde heeft wil de minister de schapenhouders ondersteunen. Actieplan Schaap Voor de korte termijnondersteuning worden over de jaren 2024 en 2025 geen I&R-heffingen geïnd voor ‘UBN schaap’ en bijbehorende geboorte- en aanvoermeldingen. Voor de langere termijn is de inzet om de vergoeding voor publieke diensten in het kader van natuur- en landschapsbeheer te verhogen. Daarnaast wil de minister de sector ondersteunen bij de marktontwikkeling voor duurzame producten, zodat de schapenhouders (op termijn) een betere prijs ontvangen. Over 2024 en 2025 hoeft u geen I&R-heffingen te betalen voor ‘UBN schaap’. Het bedrag per bedrijf is vaak niet hoog, maar het geeft wel aan dat de minister de sector wil ondersteunen. Doorgeven wijzigingen GO De indieningsperiode voor de Gecombineerde opgave 2025 (GO) is voorbij. Welke wijzigingen kunt of moet u doorgeven en wat zijn eventuele gevolgen? Doorgeven wijzigingen U kunt t/m 15 oktober wijzigingen doorgeven door de GO aan te passen en opnieuw in te dienen. Andere gewascode als hoofdteelt Heeft u per abuis voor de hoofdteelt het verkeerde gewas opgegeven? Dan moet u de juiste gewascode doorgeven. Dit kan gevolgen hebben voor de stikstofgebruiksnorm. Het aanpassen van de gewascode heeft geen gevolgen voor de basispremie. Een ander gewascode kan wel gevolgen hebben voor de ecopremie, als voor het perceel een eco-activiteit is opgegeven die niet kan in combinatie met het aangepaste gewas. Vanggewas: wijziging gewas en/of andere zaaidatum of -periode Ook een wijziging in vanggewas (gewas en/of zaaidatum/-periode) moet u tijdig doorgeven. Een wijziging leidt niet tot een boete of korting voor ‘mest’ en het GLB, mits u aan alle voorwaarden blijft voldoen. Vergeten perceel opgeven Had u een perceel op 15 mei in gebruik en bent u dit vergeten op te geven? Dan moet u dit perceel alsnog opgeven. Voor ‘mest’ telt het perceel mee. Op het perceel kunt u geen GLB-subsidies meer aanvragen. Let op: het perceel telt wel mee voor het benodigd aantal punten en waarde binnen de ecoregeling. Intrekken eco-activiteit Voert u een eco-activiteit niet uit? Of voldoet u niet (meer) aan de voorwaarden? Dan moet u de eco-activiteit zo snel mogelijk en uiterlijk 15 oktober intrekken. Voldoet u op een deel van een perceel niet aan de voorwaarden? Dan kunt u het perceel splitsen en de eco-activiteit niet meer opgeven bij dat deel dat niet voldoet. Intrekken GLB-subsidie Voldoet een perceel of uw bedrijf niet (meer) aan bepaalde subsidievoorwaarden? Bijvoorbeeld omdat het perceel (tijdelijk) uit de landbouw wordt onttrokken? Dan moet u de aangevraagde GLB-subsidie intrekken. U haalt dan het vinkje voor de basispremie weg. Uiterlijk 15 oktober wijzigingen doorgeven RVO beoordeelt uw aangevraagde GLB-subsidies op basis van uw laatst ingediende GO. De aanvraag die u uiterlijk 15 mei hebt ingediend bepaalt wel de maximale hoogte van uw subsidies. Geef wijzigingen zo snel mogelijk en uiterlijk 15 oktober door. Heeft u vragen over eventuele gevolgen? Neem dan contact op met uw adviseur. Bedrijfsoverdracht en GLB Heeft u te maken met een bedrijfsoverdracht na 15 mei? Stel dan uw bedrijfstoeslag veilig. GLB-subsidies naar overnemer Om de subsidies door de overnemer te laten ontvangen moeten enkele zaken worden geregeld, zoals: · De overnemer is actief landbouwer op moment van overdracht. · De overdrager moet op 15 mei actief landbouwer zijn en blijven. · De GLB-aanvraag wordt overgedragen. Overzetten GO door RVO Bij een juridische wijziging, overdracht na overlijden of een overdracht naar eigen Burgerservicenummer kan RVO de GO-gegevens van de oorspronkelijke indiener overzetten. Hiervoor geldt wel een specifieke procedure van RVO. Heeft u te maken met een bedrijfsoverdracht? Neem dan contact met ons op. Naast het veiligstellen van GLB-subsidies spelen ook veel andere zaken. Kort nieuws Onderzaai bij mais telt niet als rustgewas Op zand- en lössgrond moet u eens in de vier jaar een rustgewas telen. U kunt hiervoor als hoofdteelt een aangewezen rustgewas telen. Als rustgewas telt ook: ‘een kort, vroeg geoogst gewas, gevolgd door een voor 1 september en na de oogst van de vorige teelt ingezaaid onbemest vanggewas’. Zaait u een vanggewas in als onderzaai bij de teelt van mais? Dan telt dit niet mee als rustgewas, ongeacht of u de mais vroeg oogst. De reden is dat het onbemeste vanggewas na de oogst van de hoofdteelt ingezaaid moet worden. Bij onderzaai voldoet u hier niet aan. Eco-activiteit rustgewas vanaf 2026 Teelt u een toegestaan rustgewas? Dan kunt u t/m 2025 voor het betreffende perceel in aanmerking komen voor de eco-activiteit ‘rustgewas’. Vanaf 2026 kunt u alleen voor deze eco-activiteit in aanmerking komen als u in minimaal één van de drie voorgaande jaren ook een rustgewas heeft geteeld. Dit betekent dat als u in 2026 een rustgewas teelt, dat u de eco-activiteit rustgewas alleen kunt toepassen als u in de jaren 2023, 2024 en/of 2025, op het perceel al een rustgewas hebt geteeld. Deze 1:3-eis gaat gelden voor alle grondsoorten. Handreiking BEX 2025 Past u BEX toe bij uw melkvee? Dan geldt dit jaar de ‘Handreiking BEX 2025’. Eén van de aanpassingen is dat de BEX vanaf dit jaar rekent met een hogere ammoniakemissie voor uw melkvee. Het gevolg is dat de stikstofexcretie (stikstofproductie) lager wordt. U hoeft dus minder stikstof te verantwoorden binnen uw mestbalans. Agenda T/m 30 juni • Zichtbare bedekking gras en klaver bij eco-activiteit ‘grasklaver’. T/m 31 augustus • Minimaal 80% bedekking met een toegestaan gewas bij eco-activiteit ‘groene braak’. T/m 30 september • Zichtbare bedekking gras, kruiden en vlinderbloemigen bij eco-activiteiten ‘kruidenrijk grasland’. • Zichtbare bedekking kruiden en vlinderbloemigen bij eco-activiteiten ‘kruidenrijke bufferstrook’. Voor deze eco-activiteiten geldt, t.a.v. de bedekking, een uitzondering als u op het perceel het ANLb-beheerpakket ‘plasdras voor weidevogels’ uitvoert. Uiterlijk 15 oktober • Wijzigingen GO doorgeven. Bepaalde wijzigingen doorgeven zodra dit bekend is, zoals bijvoorbeeld het intrekken van een eco-activiteit bij niet voldoen aan de voorwaarden. Over ons Wij verzorgen boekhouding, belastingaangifte en financieel advies voor ondernemers in het MKB en de agrarische sector, maar ook voor particulieren. Heeft u behoefte aan een persoonlijke adviseur die dicht bij u staat, uw behoeften begrijpt en met u meedenkt? Kijk hieronder voor de contactgegevens van een WEA vestiging bij u in de buurt. Onze kantoor: Naaldwijk Tel.0174 – 63 02 41 info@weanaaldwijk.nl WEA Accountants & Adviseurs kan niet garanderen dat deze informatie te allen tijde actueel en compleet is. WEA aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat naar aanleiding van het raadplegen van deze nieuwsbrief. Raadpleeg altijd eerst uw adviseur voordat u tot actie overgaat.
1 juli 2025
The body content of your post goes here. To edit this text, click on it and delete this default text and start typing your own or paste your own from a different source.
1 juli 2025
1. Vanaf 2026 afbouw inhouding huisvesting op minimumloon Werkgevers mogen in 2025 voor de kosten van huisvesting van een werknemer nog maximaal 25% van het minimumloon inhouden op het wettelijke minimumloon van die werknemer. Het voorstel is om dit percentage vanaf 2026 tot en met 2029 jaarlijks met 5% te verlagen. De maximum inhouding bedraagt dan in 2026 20%, in 2027 15%, in 2028 10% en in 2029 5%. Vanaf 2030 mogen dan geen kosten van huisvesting meer ingehouden worden op het wettelijk minimumloon. Het voorstel moet nog in een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aangeboden worden. Nu het kabinet inmiddels demissionair is, is echter onduidelijk of dit voorstel daadwerkelijk wordt ingevoerd. 2. Controle lage Awf-premie door Belastingdienst De Belastingdienst heeft met dagtekening 5 juni 2025 brieven verzonden over het herzien van de lage Awf-premie naar de hoge Awf-premie. Heeft u zo’n brief ontvangen, controleer dan of u de lage Awf-premie moet herzien. Dit is het geval als de dienstbetrekking van een werknemer binnen twee maanden na de start al eindigt. Maar ook als voor een werknemer meer dan 30% meer uren verloond zijn dan zijn contracturen, tenzij de contracturen van de werknemer 35 of meer (tot en met 2024) of meer dan 30 (vanaf 2025) uren per week zijn. Heeft u al herzien, dan hoeft u niet te reageren op de brief. Moet u herzien, dan doet u dat door de aangiftetijdvakken te corrigeren. Vindt u dat u niet hoeft te herzien, dan moet u dat per mail of brief uitleggen aan de Belastingdienst. Neem voor meer informatie en advies contact op met onze adviseurs. 3. Brief Belastingdienst voortzettingseis bij schenking onderneming De Belastingdienst stuurde in de week van 11 juni 2025 een brief aan iedereen die in 2021 een onderneming geschonken kreeg en daarbij gebruikmaakte van vrijstelling in de schenkbelasting (BOR). Deze vrijstelling is voorwaardelijk en vervalt als de voortzetter de onderneming niet minimaal vijf jaar voortzet. Dit is bijvoorbeeld het geval bij verkoop of beëindiging van de onderneming of de aandelen, wijziging van de activiteiten of een faillissement binnen de voortzettingstermijn. Over de geschonken onderneming wordt dan alsnog schenkbelasting verschuldigd. Voor schenkingen vanaf 1 januari 2025 bedraagt de voortzettingstermijn overigens drie jaar. De Belastingdienst wijst er in de brief op dat u binnen acht maanden na het niet meer voldoen aan het voortzettingsvereiste een aangifte hiervan moet doen. Dit geldt overigens niet alleen voor schenkingen. Ook bij schending van het voortzettingsvereiste na een geërfde onderneming moet een aangifte gedaan worden. 4. Aanvraag subsidie praktijkleren tot 17 september Vanaf maandag 2 juni 2025 tot dinsdag 17 september 2025 17.00 uur is het voor het studiejaar 2024/2025 mogelijk om subsidie praktijkleren aan te vragen. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet een bedrijf of instelling een praktijk- of werkleerplaats aanbieden voor het vmbo, mbo of hbo, promovendi en toio’s, praktijkonderwijs en VSO. Per onderwijscategorie gelden andere voorwaarden. De subsidie bedraagt maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Zijn er meer goedgekeurde aanvragen dan het beschikbare budget, dan kan de subsidie lager zijn dan € 2.700. In het studiejaar 2024-2025 geldt er voor praktijkplaatsen in de sectoren landbouw, horeca en recreatie geen aanvullende subsidie meer. 5. Aanvraag SLIM voor samenwerkingsverband tot 30 juni 2025 Voor samenwerkingsverbanden is het mogelijk om van 2 juni 2025 9.00 uur tot en met 30 juni 2025 17.00 uur een aanvraag te doen voor de SLIM-subsidie. Het subsidiepercentage voor een samenwerkingsverband bedraagt 60% van de subsidiabele kosten. Per aanvraag kan maximaal € 500.000 subsidie worden aangevraagd (maximaal € 200.000 per samenwerkingspartner). Voor landbouwbedrijven bedraagt dit maximum € 20.000, voor visserijbedrijven € 30.000 en voor goederenvervoer over de weg € 100.000. De subsidiabele kosten moeten minimaal € 210.000 bedragen. Vanaf 2025 is er een aantal wijzigingen. Zo kunnen samenwerkingsverbanden onder meer een voorschot krijgen van 25% van het verleende subsidiebedrag, wordt voor het opstellen van een controleverklaring door een accountant een vaste vergoeding van € 3.000 verstrekt en kan een subsidieaanvrager maximaal drie maanden uitstel aanvragen als de subsidiabele activiteiten niet op tijd zijn afgerond door omstandigheden die hem niet zijn aan te rekenen. 6. Subsidie Ondersteuning Werkgevers Inzet Statushouders (SOWIS) Werkgevers met statushouders die nog niet langer dan zes maanden in dienst zijn, kunnen van 2 juni 2025 9.00 uur tot en met 30 september 2025 17.00 uur weer de Subsidie Ondersteuning Werkgevers Inzet Statushouders (SOWIS) aanvragen. De statushouders moeten een arbeidsovereenkomst van minimaal twintig uur per week voor de duur van ten minste twaalf maanden hebben. Het Ministerie van SZW heeft een handreiking ontwikkeld voor een te hanteren activiteitenplan. Werkgevers kunnen voor maximaal vier statushouders subsidie krijgen. De SOWIS bedraagt voor de eerste statushouder € 8.000, voor de tweede € 6.000 en voor de derde en vierde ieder € 5.000.
Meer posts